Filosoof over filosoof. Mary Wollstonecraft.

Wollstonecraft is gebruikelijk gelabeld als feministisch en gewaardeerd als pionier van de feministische filosofe. Maar dat klopt niet. Of beter: zoiets over haar zeggen is te beperkend en zelfs geen compliment. Ze wou immers niet in dat hokje van het feminisme geplaatst worden. De ongelijkheid tussen vrouwen en mannen is voor haar niet hét probleem, maar wel het feit dat de gehele samenleving gecorrumpeerd is. De onderdrukking van vrouwen die ze aan de kaak stelt is daarvan een symptoom. Ze kadert het in een bredere problematiek van sociale, politieke en economische ongelijkheid en binnen een (te) ambitieus project van een revolutie in het onderwijssysteem. En ze heeft geen probleem om dat allemaal zonder manieren en in een agressieve taal te zeggen, haar tijdgenoten (mannen en vrouwen) huichelaars te noemen en de ellende van de (verlichtings-)filosofie te veroordelen. De waarheid moet zonder versieringen gezegd worden, denkt ze. Retorica is per se hypocrisie. Ik hou van haar, niet omdat wat ze zegt waar is, maar omdat ze zo overtuigd praat en zo trouw blijft aan de revolutie in het denken die de verlichting was.

MARY WOLLSTONECRAFT (1759 – 1797)

Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het eerst van Mary Wollstonecraft hoorde. Het was sowieso niet in mijn studententijd. Tijdens mijn filosofiestudies lazen we geen vrouwelijke filosofen. Kleine rechtzetting, er was er toch een: Diotima, de wijze vrouw waarvan Plato’s Socrates geleerd heeft over eros. Maar Diotima is geen werkelijke vrouw. Ze is eigenlijk de mannelijke idealisering van de vrouw: wijs, geduldig, plezierig, vlekkeloos en vooral zonder eigen stem. Ze is zoals God: ze praat niet. Een man moet uitleggen, vertalen en interpreteren wat zij eigenlijk wil. Ze is evenmin als God en de dieren een politiek wezen. Daarom werd ze niet uitgenodigd op het apollinisch-dionysische feestmaal van Plato’s Symposion.

Met andere filosofen heb ik dit geheugenprobleem niet. Ik kan me bijvoorbeeld goed herinneren hoe Nietzsche in mijn leven kwam. Als zestienjarige ontdekte ik de Spaanse vertaling van Aldus sprak Zarathustra in de boekenkast van de vader van mijn (nog altijd) beste vriend. Met Nietzsche was het love at first sight. Dat was met Wollstonecraft wel anders. Geen liefde maar louter wetenschappelijke (lees: niet erotische) interesse bracht me bij haar. Haar lezen was bovendien niet aangenaam. Pas na een aantal ‘dates’ herontdekte ik dat ze meer is dan nog-een-voorbeeld-van-feministische-moderne-filosofie, namelijk een originele denker. Ik leerde langzaam haar brutale en onaantrekkelijke proza en intellectuele excessen te aanvaarden. Ze vroeg zeker en vast meer liefde van me dan Nietzsche.

Haar bekendste werk Vindication for the Rights of Woman (1792) las ik oorspronkelijk om in een college moderne wijsbegeerte te bespreken. Niet per se om over Wollstonecraft te praten, maar louter om wat meer vrouwen op de lijst van verplichte literatuur te plaatsen. Deze herinnering maakt me even blij, geeft me dat soort genot dat volgens Kant zeer menselijk en toch – of misschien precies daarom – overbodig of zelfs contraproductief is voor moraliteit. Ik was goed bezig met mijn bijdrage tot diversiteit en gendergelijkheid in de studie van de geschiedenis van de wijsbegeerte. Dat dacht ik tot een paar seconden geleden. Want dat genot was weg zodra ik Kant vernoemde. Ik hoor hem (of mijn geweten) zeggen: je deed het niet omdat je besefte dat het een plicht was, maar om je ego te bevredigen! Ik zou hem zo graag willen repliceren: so what? Maar ik kan het niet. Kant heeft, net als Plato, Nietzsche en Wollstonecraft, meer problemen dan oplossingen in mijn leven gebracht.

Mary Wollstonecraft merkte dat het recht en alle menselijke relaties gebaseerd zijn op eigendom en rijkdom. Dat is wat de samenleving corrumpeert en bang maakt voor innovatie en morele evolutie. In A Vindication of the Rights of Men (1790), een directe en persoonlijke aanval op Burke en zijn kritieken op de Franse revolutie, stelt ze dat het legale systeem uitsluitend dient om het eigendom van de rijkere mensen te beschermen. Als de politieke macht en de filosofen ‘vrijheid’ zeggen bedoelen ze volgens haar eigenlijk ‘beveiliging van eigendom’. De structuur en dynamiek van de samenleving is op economische, sociale en politieke uitsluiting gebaseerd. Niet alleen uitsluiting van mannen zonder eigendom en privileges maar ook van vrouwen die enkel worden erkend als stemloze objecten van de verlangens van mannen.

Wollstonecraft denkt dat een grondige hervorming van het onderwijssysteem nodig is voor de emancipatie van de beide seksen

Het systeem leert vrouwen dat hun plaats in de samenleving niet het politieke leven is maar thuis. Hun doel in het leven is niet de cultivering van hun deugden en intelligentie, dat is enkel voor de geprivilegieerde mannen. Vrouwen moeten zich alleen bezig houden met hun uiterlijk, wat louter natuur is. Ze worden niet als rationele wezens maar als natuurdingen erkend. Daarom leren ze streven naar de natuurlijke perfectie: schoonheid. Streven naar schoonheid om aantrekkelijk te zijn voor mannen, in de hoop dat de prins op het witte paard haar kiest. Het systeem legt ook aan mannen op waarnaar ze moeten verlangen. Sommigen leren dat hét doel in het leven is ofwel steeds rijker te worden, ofwel om zo veel mogelijk privileges en sociale erkenning te verkrijgen. Anderen leren dat hét doel eruit bestaat dankbaar te zijn dat de onderdrukking niet harder en onmenselijker is. Alle mannen, zonder klassenverschil, leren dat vrouwen uitsluitend bestaan om hun seksuele verlangens te bevredigen.

Wollstonecraft had zoals Simone de Beauvoir kunnen zeggen dat geen vrouw is geboren als vrouw, maar dat het systeem vrouwen leert wat ze zijn en wat hét object van hun verlangen is. Vrouwen worden zo opgevoed dat ze uiteindelijk leren te willen wat mannen willen. Ze realiseren de mannelijke fantasie, leven in de mannelijke droom. Het vrouwelijke verlangen is dus wezenlijk het verlangen van de mannen. Daarom denkt Wollstonecraft dat een grondige hervorming van het onderwijssysteem nodig is voor de emancipatie, niet alleen van vrouwen maar van de beide seksen. Het onderwijsidee van Wollstonecraft is voornamelijk een rechtzetting van het object van verlangen van mannen en vrouwen. Het moet individuen toelaten te groeien tot politieke subjecten: mensen die zich engageren om de problemen van de samenleving op te lossen en zich in te zetten voor de morele vooruitgang van de mensheid. En niet tot privé personen die alleen bezig zijn met schoonheid (vrouwen) of kapitaalaccumulatie (mannen).

Wollstonecraft geeft toe dat mannen biologisch sterker zijn dan vrouwen, maar vindt het een drogreden om de vrouw te subordineren aan het gezag van de man

Wollstonecraft merkt dat mannen het normaal vinden om vrouwen niet te laten groeien als rationele wezens omdat ze hen zien als louter natuur of eeuwige kinderen. Bij moderne en/of verlichtingsfilosofen van alle soorten (onder andere Spinoza, Hume, La Mettrie, Rousseau en Burke) vind je diezelfde vrouwonvriendelijke gedachte. Mannen zijn van nature sterker en rationeler dan vrouwen. Vrouwen hebben niet genoeg intellectuele kracht om hun temperament en passies te controleren. Dus moet de man thuis de baas zijn, met geduld en compassie voor die arme schattige diertjes, en is het niet wenselijk om vrouwen politieke rechten te geven.

Wollstonecraft geeft toe dat mannen biologisch sterker zijn dan vrouwen. Ze ziet echter niet in waarom dit als argument kan gebruikt worden om de vrouw te subordineren aan het gezag van de man. Dat is een drogreden. De ongelijkheid die vrouwen ervaren is een sociaal en cultureel construct dat mannelijke filosofen onkritisch reproduceren. Mannelijke filosofen praten over ‘de mens’ als ze over vrijheid en universele mensenrechten theoretiseren, maar ze bedoelen eigenlijk ‘de man’. Ze spreken zichzelf tegen als ze bepaalde predicaten van hun mensbegrip niet willen toepassen op ‘de vrouw’.

Wollstonecraft past de principes van de Verlichting, vooral de noties van rede en deugden als iets dat alle mensen zonder sekseverschil delen, consequent toe op alle dimensies van het menselijke leven. Alle mensen zijn rationele wezens en van nature vrij. Allemaal hebben ze in de rede het vermogen om moreel en intellectueel steeds beter te worden. Daarover is Wollstonecraft het eens met haar mannelijke collegae. Maar zij wil iedereen betrekken in de emancipatie die de verlichting belooft, terwijl de mannen niet iedereen willen toelaten tot dat feest.

Zonder Wollstonecraft te bestuderen krijg je een vertekend beeld van de Europese Verlichting

Wollstonecraft wou geen patriarchale toelating om als vrouw alleen te praten over de problemen van vrouwen. Dat is typisch mannelijk: een aparte ruimte creëren voor vrouwen zodat ze hun plan trekken zonder de mannen te storen. Ze gaat liever rechtstreeks in discussie met andere filosofen (allemaal mannen, natuurlijk) en niet alleen over hun visie op vrouwen maar ook over hun visies op moraal, rede, vrijheid, onderwijs, eigendom en economische en politieke ongelijkheid. Ze zegt: ik heb ook iets te zeggen over de mens, iets dat jullie mannen niet zo graag horen. En ze weet dat ze niet zo proper en geraffineerd praat zoals het onder intellectuelen hoort. Ze nodigt zichzelf uit, net zoals Alcibiades, naar het feestmaal van de mannelijke filosofen en bederft, net als hij, het feestje.

Haar kritische analyse van het patriarchale, uitsluitend op kapitaalaccumulatie gerichte Europa van haar tijd en haar kritiek op de morele en logische inconsistenties van de mannelijke verlichtingsfilosofen maken van Wollstonecraft een onontbeerlijk deel van de verlichting. Ze belichaamt de zelfkritiek van de verlichting op het eigen discours over universele rechten van de mens en de burger. Zonder Wollstonecraft te bestuderen krijg je een vertekend beeld van de Europese verlichting. Het is dan ook een intellectuele plicht haar te vermelden in elk gesprek over de verlichting en geen willekeurige keuze meer. Misschien is Kant daarmee tevreden.


Over de auteur

Emiliano Acosta is professor filosofie aan de Vrije Universiteit Brussel en gastprofessor aan de Universiteit Gent. Zijn onderzoek richt zich op moderne politieke filosofie van Spinoza tot Marx en op hedendaagse politiek filosofische kwesties zoals interreligieuze dialoog, democratie, erkenning en arbeid. In 2020 verscheen van hem het boek Plato lezen, een interpretatie van Plato’s Apologie van Socrates in de politieke context van het toenmalige Athene.

Wil je de papieren versie van De Geus thuis ontvangen? klik hier voor meer informatie.

Over de auteur:

Emiliano Acosta

Emiliano Acosta is professor filosofie aan de Vrije Universiteit Brussel en gastprofessor aan de Universiteit Gent. Zijn onderzoek richt zich op moderne politieke filosofie van Spinoza tot Marx en op hedendaagse politiek filosofische kwesties zoals interreligieuze dialoog, democratie, erkenning en arbeid. In 2020 verscheen van hem het boek Plato lezen, een interpretatie van Plato’s Apologie van Socrates in de politieke context van het toenmalige Athene.

Een artikel uit: editie Juli 2022

Misschien bent u ook geïnteresseerd in…

Francesca Minerva over Peter Singer

Filosoof over filosoof: Francesca Minerva over Peter Singer

April 2019 | 15 minuten

Francesca Minerva richtte samen met Peter Singer het 'Journal of Controversial Ideas' op, waarin wetenschappers onder een pseudoniem controversiële artikels kunnen publiceren. Het idee ontstond toen Francesca Minerva zelf doodsbedreigingen kreeg na een artikel over post-birth abortion, oftewel infanticide.

Leer denken als een Romeinse keizer - Donald Robertson

­Leer denken als een Romeinse keizer

Juli 2019 | 15 minuten

Marcus Aurelius was de laatste beroemde stoïcijnse filosoof van de oudheid. In zijn leven kende hij tegenslag, verdriet, verlies, verraad en worstelde hij met de moeilijkheden die het besturen van het enorme Romeinse keizerrijk met zich meebracht. Hij overkwam die uitdagingen dankzij de praktische wijsheid van de stoïcijnse filosofie. Cognitief gedragstherapeut Donald Robertson beschrijft het leven en de filosofie van Marcus Aurelius in 'Leer denken als een Romeinse keizer'. Succesvol leven met Marcus Aurelius. Doorheen het boek introduceert Robertson stap voor stap de inzichten, oefeningen en cognitieve technieken die vervat zitten in de stoïcijnse levenswijsheid.

Jan Blommaert: tegendraads humanist

April 2021 | 10 minuten

Op 7 januari overleed Jan Blommaert. Hiermee verliest progressief Vlaanderen één van zijn intellectuele zwaargewichten. Karim Zahidi blikt terug op het leven en werk van Blommaert.