Interview met ex-Jehova’s getuige Patrick Haeck

Patrick Haeck werd via zijn ouders al vrij jong ingewijd bij de Jehova’s Getuigen. Hij werd een ijverige vrome volgeling, ondanks de ingrijpende invloed ervan op zijn leven. Toen hij als ‘ouderling’ botste op dubieuze geldstromen, onaanvaardbare praktijken en leugens in de doctrines ging zijn geloof wankelen. Hij besloot zijn verantwoordelijkheden als Jehovagetuige te staken en werd daarop door de gemeenschap abrupt uitgesloten. Daar liet hij het niet bij en spande een rechtszaak aan voor het aanzetten tot discriminatie, haat of geweld tegenover ex-leden. Onze redacteur Kurt Beckers ging met hem in gesprek.

Mijn geweten kwam in conflict met hun praktijken

Hoe ben jij bij de Jehovah’s Getuigen terechtgekomen? 

Mijn ouders sloten zich in 1972 aan, ik was toen acht, mede door hun vertrouwen in een jeugdvriend van mijn vader die uiteindelijk mijn schoonvader werd. Zijn boodschap overtuigde hen omdat hij zijn standpunten zeer goed kon staven met de Bijbel. Het had onmiddellijk gevolgen voor ons leven. Zo werden onze buitenschoolse activiteiten stopgezet. Ik mocht niet langer naar de muziekschool, en mijn broer, een getalenteerde voetballer, moest zijn sportcarrière opgeven want competitiesport wordt niet aangemoedigd binnen de gemeenschap. De nadruk ligt op aanpassen en gehoorzaamheid, kenmerken die vaak worden geassocieerd met sektarische bewegingen. 

Waren er zaken die jou aanvankelijk aantrokken bij de Jehovah’s Getuigen? 

Niets, integendeel. De gevolgen voor mijn leven waren direct en ingrijpend. Mijn passie voor muziek werd abrupt beëindigd en de band met mijn grootvader, met wie ik een zeer hechte relatie had, werd ernstig verstoord. Hij was metaalbewerker met een diepe liefde voor techniek en vakmanschap en leerde mij waardevolle lessen over de belangrijke dingen in het leven. Maar omdat hij rookte, een gewoonte die streng verboden is voor Jehovah’s Getuigen, maakte mijn moeder zich zorgen dat hij mij zou vragen sigaretten voor hem te kopen, wat Jehova ontevreden zou stemmen. Daarom mocht ik hem niet meer bezoeken.  

De impact op de familierelaties reikte veel verder. Nog voordat we volledig betrokken raakten, besloten mijn ouders al om traditionele familiefeesten zoals Kerstmis, Nieuwjaar, verjaardagen, vader- en moederdag niet meer te vieren. Dit sneed ons onmiddellijk af van belangrijke sociale en familiale banden, met een verwoestend effect op onze relaties met dierbaren. Al vanaf het begin wordt er schade aangericht door de doctrines van de Jehovagetuigen. 

Het leidde tot een diepe kloof binnen de familie en ging gepaard met een rollercoaster aan emoties voor de vaak onzichtbare slachtoffers, de familieleden die achterblijven. Mijn grootouders voelden zicht verslagen, geslingerd tussen hoop en woede, vol onbegrip voor een door indoctrinatie gedreven beslissing, zakten ze uiteindelijk weg in een depressie. Mijn grootvader overleed twee jaar later, de pijn en het verdriet over onze gedwongen scheiding heeft daarbij een rol gespeeld. Het heeft ook bij mij diepe emotionele littekens achtergelaten.  

ARMAGEDDON 

Dat is inderdaad bijzonder pijnlijk en ingrijpend. Hoe komen Jehovah’s Getuigen samen? Is dat bijvoorbeeld wekelijks in een kerk? Hoe zien deze bijeenkomsten eruit?  

Jehovagetuigen komen samen in de Koninkrijkzaal, het centrum voor hun activiteiten, waar ze elke week ongeveer vijf uur vergaderen. Niet aan een stuk maar meerdere keren een uur in de week. Nadien is er ook nog gelegenheid tot sociaal contact. De samenkomsten vereisen steeds voorbereiding van de deelnemers. Tijdens de bijeenkomst wordt uit een boek gelezen. Bij elke paragraaf wordt een vraag gesteld, waarop de antwoorden uit de tekst gehaald worden. Wie het juiste antwoord geeft, wordt geprezen. Dit gebeurt heel manipulatief, kritisch denken door afwijkende vragen te stellen, behoort niet tot de opties. De mensen begrijpen zelden werkelijk de inhoud, maar herhalen slechts wat er staat. Afwijking van de tekst wordt steevast gecorrigeerd.  

Op zondagmiddag zijn er vergaderingen bedoeld voor het grote publiek, al zijn voornamelijk de getuigen zelf aanwezig. Tijdens deze bijeenkomsten worden toespraken gegeven over onderwerpen zoals archeologie en historische gebeurtenissen, vaak in relatie tot de Bijbel. Hun overtuiging dat alleen zij de apocalyptische gebeurtenissen van Armageddon zullen overleven, terwijl niet-getuigen bestemd zijn voor vernietiging, toont de ernst van hun geloofsovertuiging en de impact die dit heeft op hun kijk op buitenstaanders. 

Hoe zit het met de organisatiestructuur van de Jehovah’s Getuigen? Zijn er verschillende niveaus of functies? 

Er is een sterke hiërarchie van lokale dienaren tot het besturende lichaam in de VS, met kring- en districtsopzieners die toezicht houden op de gemeentes. Het zorgt voor een strikte naleving van de regels.

Nieuwkomers beginnen als Bijbelstudenten en krijgen begeleiding van ervaren leden, de ouderlingen. Het gaat echter niet om een studie van de Bijbel, maar lectuur van eigen publicaties waarin de Bijbel selectief wordt geciteerd om de boodschappen te ondersteunen. Als een Bijbelstudent de leerstellingen aanneemt en ze wil verspreiden, kan hij of zij een ongedoopte verkondiger worden. Ik begeleidde veel Bijbelstudenten en niemand wenste deel te nemen aan de prediking, het van deur tot deur gaan. Maar dit hele proces wordt subtiel gestuurd, waardoor ze na enige tijd toch wensen actief deel te nemen aan de prediking.

Na de doop kunnen mannen opklimmen, maar de rol van vrouwen blijft voornamelijk beperkt tot het predikingswerk. Met een actieve inzet kunnen zij pionier worden, wat vroeger inhield dat men zestig uur per maand op pad was. Er zijn ook verschillende niveaus, van gewoon tot speciaal, elk met eigen vereisten en verantwoordelijkheden.

Het constante schuldgevoel dat men niet genoeg bijdraagt is veelvoorkomend onder de leden, en vooral bij hen die de gemeenschap verlaten hebben. Dit is eigen aan veel gesloten gemeenschappen zoals de Jehovah’s Getuigen. Door de constante druk om meer te doen dan men aankan, is er weinig ruimte over voor persoonlijke reflectie of het onderzoeken van twijfels. Leden worden aangemoedigd om zich hoofdzakelijk te verdiepen in de literatuur die door de gemeenschap wordt verschaft, wat weinig tijd overlaat voor externe activiteiten.

Ik ken jou als een scherp en kritisch denker. Geloofde jij dan daadwerkelijk in de leerstellingen, zoals de Armageddon? 

Dat varieerde sterk gedurende de verschillende fases van mijn leven. Als jonge man begon ik kritisch na te denken over bepaalde leerstellingen. Ik herinner me een artikel waarin voorspeld stond dat Armageddon zou plaatsvinden in het jaar 1975. Dat leek me tegenstrijdig met de Bijbelse uitspraak dat ‘niemand de dag noch het uur weet’. Het fascineerde me omwille van de nadruk op het jaar 1975, maar ook door de bredere doctrine dat een ‘geslacht’ ongeveer honderd jaar duurt. Deze ideeën kwamen niet overeen met mijn begrip van de Bijbel of de realiteit. Toen 1975 kwam en ging zonder de beloofde apocalyptische gebeurtenissen, versterkte mijn gevoel dat er iets niet klopte in de doctrine van de gemeenschap. 

Wat gebeurde er toen 1975 voorbijging en de voorspelling van de wereldvernietiging niet uitkwam? Hoe gingen de Jehovagetuigen daarmee om? 

Veel leden die uit opportunisme bij de gemeenschap waren gekomen, verlieten deze weer in 1976. Het benadrukte dat de voorspelling meer een marketingstrategie was dan ware profetie. Maar anderen gingen met evenveel overtuiging verder op het pad dat Jehova had uitgestippeld. 

Leon Festingerheeft het fenomeen van cognitieve dissonantie binnen sektarische bewegingen onderzocht, vooral hoe deze dissonantie wordt opgelost wanneer voorspellingen niet uitkomen, door een nieuwe interpretatie of boodschap te introduceren. Hoe zijn de Jehovah’s Getuigen omgegaan met hun cognitieve dissonantie? 

In plaats van de mislukte voorspelling te erkennen, zocht de gemeenschap naar nieuwe interpretaties om het geloof te behouden. De nadruk werd gelegd op het idee dat God ‘nog meer mensen de kans wilde geven om gered te worden’. Dit werd de nieuwe boodschap, ondanks de duidelijke misstap in de voorspelling. Bovendien was er sprake van victim blaming, waarbij de teleurgestelde leden de schuld kregen. Ze werden ervan beschuldigd de leerstellingen verkeerd te hebben geïnterpreteerd of verkondigd, hoewel de voorspellingen duidelijk en expliciet waren. Dit was een manier om de autoriteit van het leiderschap te handhaven, ondanks de evidente fouten in hun voorspellingen.  

SOCIAAL DOOD 

Er kwam een moment waarop u twijfelde over uw eigen overtuigingen, over uw betrokkenheid bij de Jehovah’s Getuigen. Zou u daar wat meer over kunnen vertellen? 

Mijn twijfels groeiden naarmate ik meer discrepanties en ethische dilemma’s binnen de organisatie waarnam, zoals de afhandeling van het jaar 1975 en de behandeling van kwetsbare leden. Er was een sterke neiging om interne problemen, zoals seksueel misbruik, binnen de organisatie te houden en niet aan te geven bij externe autoriteiten. Dit leidde tot situaties waarin daders beschermd werden en slachtoffers zich niet gesteund voelden en zelfs de schuld kregen. Mijn eigen geweten kwam in conflict met deze praktijken. Het werd mij alsmaar meer duidelijk dat de organisatie niet altijd de waarden naleefde die ze predikte, zoals medemenselijkheid en integriteit. Dat leidde uiteindelijk tot mijn vertrek.  

Kan je ons vertellen hoe uw vertrek uit de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen is verlopen? 

Dat was tumultueus. Nadat ik besloot mijn verantwoordelijkheden als ouderling neer te leggen vanwege de interne problemen en de manier waarop met misstanden werd omgegaan, werd ik binnen de twee weken voor een kerkrechtbank gedaagd. Ze beschuldigden mij van hekserij, of zoals zij het noemden ‘het beoefenen van spiritisme en het bijwonen van spiritistische séances’. De beschuldigingen waren gebaseerd op mijn interacties met leden van de Transcendente Meditatiegroep, als onderdeel van een professionele relatie. Het was compleet absurd. Mijn pogingen tot open dialoog en mijn nieuwsgierigheid naar andere levensbeschouwingen werden gezien als een bedreiging. Het versterkte mijn overtuiging dat er iets grondig fout is aan de manier waarop ex-leden werden uitgesloten. 

Waren er nog andere factoren die jou ervan bewust hebben gemaakt dat je behoorde tot een sekte en het tijd was om te vertrekken? 

Door andere boeken te lezen, wat uiteraard verboden was. Zo herkende ik de manipulatietechnieken en controlemechanismen die Steven Hassan beschreef in Combatting Cult Mind Control. Zijn boek hielp me in te zien dat onze keuzes en overtuigingen bij de Jehovah’s Getuigen niet zo vrij waren als we dachten.  

Zou je een aantal van die controle- en manipulatietechnieken kunnen beschrijven? 

De Jehovah’s Getuigen passen diverse psychologische mechanismen toe, zoals het BITE-model van Hassan, dat staat voor Behavior, Information, Thought, and Emotional control. Deze technieken, gecombineerd met de druk van sociale uitsluiting en de constante dreiging van uitsluiting bij non-conformiteit, creëren een omgeving van mentale manipulatie. Dit wordt duidelijk in het uniforme gedrag van leden, zoals de weigering om politiek actief te zijn of de verplichting om van deur tot deur te gaan prediken. Een ander belangrijk en ernstig psychologisch mechanisme is shunning of uitsluiting, of zoals de directeur van Unia het omschrijft ‘iemand sociaal doodverklaren’. Het betekent dat alle banden met uitgesloten leden abrupt worden verbroken. Dit leidt ertoe dat familieleden en vrienden elk contact vermijden, zelfs voor simpele sociale interacties zoals verjaardagswensen. De impact hiervan is verwoestend. De organisatie geeft specifieke instructies over hoe om te gaan met uitgesloten leden. Een uitgesloten lid mag ‘zogezegd’ de vergaderingen bijwonen maar mag niet meer praten met leden. Als ze door hen worden aangesproken, moeten de Jehovagetuigen hen letterlijk de rug toekeren en weglopen. Het betekent een totale sociale doodverklaring, waarbij voormalige vrienden en zelfs familieleden elk contact verbreken. Het heeft een diepe emotionele en psychologische impact op de uitgeslotenen, maar ook op degenen die gedwongen worden om geliefden te negeren. 

VRIJHEID VAN RELIGIE? 

In 2021 spande je, samen met andere ex-Jehovah’s Getuigen en Unia, een rechtszaak tegen de Jehovah’s Getuigen aan die zich richtte op hun beleid van shunning. Jullie betoog was dat de praktijken van de Jehovagetuigen discriminatie en aanzet tot haat inhielden. Na een overwinning in eerste aanleg, hebben de Jehovah’s Getuigen in beroep de aanklacht succesvol kunnen ontmantelen, waarbij het hof de vrijheid van religie benadrukte. Wat zijn volgens jou de grootste juridische uitdagingen bij het aanvechten van dergelijke praktijken? 

De grootste uitdaging is de interpretatie van wat vrijheid van religie inhoudt en hoe deze de praktijken van religieuze organisaties beschermt. Hoewel er juridische precedenten zijn die de acties van de Jehovah’s Getuigen als discriminatoir bestempelen, zoals in Noorwegen, blijft de balans tussen vrijheid van religie en de bescherming van individuele rechten een juridisch grijs gebied. Dit wordt verder gecompliceerd door Europese uitspraken die de vrijheid van religie ook toekennen aan organisaties.  

We gaan nu naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, waarbij we de nadruk leggen op het onderscheid tussen de rechten van het individu en de rechten van organisaties. Onze stelling is dat de praktijken van de Jehovah’s Getuigen een duidelijke schending vormen van de fundamentele rechten van het individu, zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Europese Verdrag. Door deze zaak hopen we een belangrijk precedent te scheppen dat de bescherming van individuele rechten boven de vrijheid van religie van organisaties stelt. We benadrukken dat vrijheid van religie nooit gebruikt mag worden als excuus om basisrechten en waardigheid van individuen te schenden. Vooral de uitsluiting op basis van seksuele oriëntatie of gedragingen die normaal zijn voor de ontwikkeling van jongeren, zoals experimenteren, toont de noodzaak van een herbeoordeling van wat binnen de grenzen van religieuze vrijheid valt.  

Gelukkig krijgen we steun van verschillende organisaties, waaronder Unia, die zich inzetten voor de bescherming van mensenrechten en discriminatiebestrijding. Hun betrokkenheid geeft onze juridische strijd extra gewicht en benadrukt het belang van de kwesties die we aankaarten. Samen met gespecialiseerde advocaten, waaronder die van het kantoor van Walter Van Steenbrugge, werken we aan een sterke zaak om voor te leggen aan het Europese Hof. We hopen dat een succesvolle uitspraak niet alleen gerechtigheid zal brengen voor de slachtoffers, maar ook een verandering zal teweegbrengen in hoe religieuze vrijheid wordt geïnterpreteerd en toegepast.  

TRANSITIE 

Alvast veel succes en sterkte in deze zaak. Hoewel je religieus opgevoed bent en diep godsdienstig was, hoor ik aan alles wat je vertelt dat je humanist bent, ben je ook atheïst of vrijzinnig? 

De overgang van diepgelovig naar waar ik nu sta, is het resultaat van een intensieve zoektocht en veel lezen. Het keerpunt was The Bible Unearthed van Israel Finkelstein, een gerenommeerde archeoloog. Dit boek, dat de Bijbelse geschiedenis onder de loep neemt door een wetenschappelijke bril, stelde de cruciale vraag of archeologie de Bijbelse geschiedenis bevestigt. Finkelstein’s antwoord is ja, maar enkel wanneer we zeer selectief het ‘zogenaamde’ bewijsmateriaal bekijken. Voldoende reden om brandhout te maken van dit bewijs. Zijn werk, samen met dat van Francesca Stavrakopoulou, professor Bijbelstudies aan de Universiteit van Exeter, heeft de fundamenten van mijn geloof doen wankelen want het toont aan dat veel Bijbelse verhalen niet ondersteund worden door archeologisch bewijs. 

Het leidde mij naar een staat van agnosticisme; waar ik het even niet meer wist. Richard Dawkins gaf me, tijdens een publiek debat, de definitieve duw richting atheïsme. Toen hij het podium opstapte, werd hij meteen geconfronteerd door een Anglicaanse bisschop die hem enigszins neerbuigend aansprak: ‘Ah, jij bent dus de atheïst.’ Dawkins antwoorde: ‘Ik zou zeggen dat ik net iets meer atheïst ben dan jij.’ De bisschop, duidelijk in verwarring gebracht door deze opmerking, verzette zich onmiddellijk: ‘Ik ben geen atheïst! Ik ben een man van geloof.’ Dawkins vervolgde: ‘Laten we dit eens vanuit een ander perspectief bekijken. Stel je voor, we maken een lijst van alle goden die doorheen de menselijke geschiedenis en in verschillende culturen aanbeden zijn geweest als de ware god. Vervolgens zetten we een vinkje naast elke god waarin we niet geloven. Ik ben ervan overtuigd dat mijn lijst slechts één naam langer zou zijn dan die van jou.’ 

Dit argument, zowel eenvoudig als diepgaand, raakte mij diep. Het illustreerde op prachtige manier hoe we allemaal in zekere zin atheïsten zijn. Door deze intellectuele reis ben ik uitgekomen bij het vrijzinnig humanisme, een levensbeschouwing die het menselijk welzijn en de waardigheid centraal stelt, los van religieuze dogma’s. 

In discussies met gelovigen argumenteer ik soms dat ik een toegewijde aanhanger van Thor ben en dat hij de enige ware god is. Wanneer men dan vraagt naar bewijs, verwijs ik naar mijn ‘olifantenpoeder’ dat ik in mijn tuin gebruik; sinds ik dat poeder gebruik, heb ik geen enkele olifant gezien. Net zo, beweer ik dat Thor zoals de mythe gaat, alle ijsreuzen heeft uitgeroeid, en dat hij daarin geslaagd is want hoeveel ijsreuzen zie je vandaag nog? Dit illustreert zeer mooi de cirkelredeneringen die vaak in religieuze gemeenschappen voorkomen. 

Specifiek bij de Jehovah’s Getuigen wordt nieuwe Bijbelstudenten direct ingeprent dat de wereld onder invloed staat van de duivel, wat leidt tot een selffulfilling prophecy. Volgens Jehova’s Getuigen is de duivel een geestelijk wezen dat onze geesten infiltreert en ons manipuleert. Hij is degene die aan de touwtjes trekt. En iedereen die geen Jehovagetuige is, wordt bestuurd door de duivel. Vervolgens zeggen ze je dat je niet verrast moet zijn van de reacties van niet-getuigen, je familie of je vrienden, want ze zullen met u lachen, ze zullen met u spotten, ze zullen boos worden, ze zullen verontwaardigd reageren.  

Hoe beïnvloedt deze transitie uw kijk op heilige teksten en de rol van religie in de samenleving? 

Als volslagen atheïst word ik bijna anti-theist als men probeert mij ‘op betere gedachten te brengen’ en/of in te lijven in een ander geloof – zoals de islam, de evangelisten en de protestanten al hebben geprobeerd. Er is niet veel meer nodig om het anti-theïsme in mij boven te halen. 

De Bijbel is een waardevol cultureel boek maar hoort thuis in een museum. Daar blijft het beter ook want, net zoals alle andere heilige boeken, bevat de Bijbel extremisme. Het extremisme zit niet in religies, maar in de heilige boeken. De heilige boeken zetten aan tot haat en geweld, door bijvoorbeeld te vertellen dat homoseksuelen moeten worden dood gestenigd. In onze moderne samenleving kan dat absoluut niet meer door de beugel, we weten dat dit niet overeenstemt met het humanisme, met de liefde voor de mens. Het is gewoon barbaars, achterhaald. 

Natuurlijk zijn er aardig wat mensen die veel uit de teksten halen en er op een goede manier mee omgaan, maar dan moeten ze aan cherrypicken doen. Denk bijvoorbeeld aan een chef-kok die eigen biologische groenten teelt voor zijn soep. Af en toe doet hij echter wat cyaankali in de soep voor bepaalde klanten. Dat doet geen afbreuk aan de kwaliteit van de worteltjes, de aardappelen, de prei en de selder die erin zitten. Het gaat over dat beetje cyaankali. Je kunt dit er niet uitfilteren en dan de soep eten. Nee, je gaat die soep niet meer willen.  

De gruwelijkheden in de Bijbel, de eisen die er worden gesteld, zijn op zijn minst even erg als wat IS doet. Het is een boek dat aanzet tot genociden, babymoorden. Bij de intrede van het beloofde land, toen ze zogezegd uit Egypte wegtrokken, zijn gehele volkeren afgeslacht. Of denk aan de vloed, wat konden die kinderen eraan doen dat hun ouders niet wilden gehoorzamen aan God? Dat is de grootste massamoord ooit. De Bijbel zit vol van zulke gruwelijkheden. Wat voor een persoon is die God eigenlijk? Moet hij over mijn leven regeren en mij gidsen? Laat maar zijn dan! 

De weg die je hebt afgelegd is werkelijk bijzonder fascinerend, je hebt heel wat emotionele wateren moeten doorzwemmen. Wat raad je mensen aan wanneer ze ofwel worden uitgestoten ofwel zelf de sekte van Jehovagetuigen willen verlaten? 

Ga naar het huisvandeMens om te praten met een vrijzinnig humanistisch consulent. Die mensen zijn vaak heel erg bekwaam.  

Ik dank jou hartelijk voor dit boeiende interview en wens je veel succes aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens! 

Over de auteur:

Kurt Beckers

Een artikel uit: editie April 2024

Misschien bent u ook geïnteresseerd in…

Caroline Pauwels VUB

50 jaar VUB. Een gesprek met rector Caroline Pauwels.

April 2019 | 15 minuten

2019 staat in het teken van een dubbel jubileum: 50 jaar VUB en 185 jaar ULB. 50 jaar VUB en 185 jaar ULB. Redenen genoeg dus om een bezoek te brengen aan rector Caroline Pauwels. We worden ontvangen in het rectoraatsgebouw, een ontwerp van architect Renaat Braem en bij de studenten beter bekend onder de geuzennaam de ‘sigaar’. De symboliek van het gebouw belichaamt de vrijzinnig-humanistische waarden van de VUB: een open en tolerante levensbeschouwing met het vrij onderzoek als basis.

Jean-Jacques Amy - Anoniem is een vrouw

Jean-Jacques Amy: Voorvechter van abortus

April 2020 | 15 minuten

Tot 1990 was abortus strafbaar in België. Aan de gedeeltelijke depenalisering ervan, met de wet Lallemand-Herman-Michielsens, ging een lange en moeizame strijd vooraf. Jean-Jacques Amy, emeritus-hoogleraar gynaecologie aan de VUB en notoir vrijzinnige, was een van de belangrijke artsen in die strijd. Aan rebelsheid en humanitaire bewogenheid heeft hij nog altijd niets ingeboet, zo blijkt uit zijn boek ‘Anoniem’ is een vrouw'.

Waarom mensen niet zo goedgelovig zijn als we denken

Januari 2021 | 12 minuten

Mensen zijn ontzettend irrationele en goedgelovige wezens. We worden langs alle kanten beïnvloed en om de tuin geleid: door politici, demagogen, reclamemakers en influencers. We trappen met open ogen in fake news en de gekste complottheorieën, eindeloos versterkt door de echokamers van de sociale media. Niet zo, volgens Hugo Mercier.