Marjan Doom bezint in het GUM

Prof. dr. Marjan Doom maakte de overstap van dierenarts naar museumdirecteur. Een ongewone keuze? Niet voor Marjan. In de wetenschappen moet je ook verbeeldingskracht hebben, maar op een bepaald moment kon ze haar creativiteit niet meer kwijt. Daarom noemt ze zichzelf liever geen manager, maar artistiek directeur, diegene die de inhoudelijke koers uitzet. De expo’s in het Gents Universiteitsmuseum (GUM), al dan niet tijdelijk, bieden haar zuurstof.

Forum voor wetenschap, twijfel en kunst

Je bepaalt de inhoudelijke lijn en stippelde de permanente tentoonstelling mee uit, waarbij je uitdrukkelijk een wetenschappelijk-filosofische benadering hanteert. Hoe kwam je tot het inzicht om net deze aanpak te hanteren?

Toen ik gevraagd werd voor deze functie heb ik eerst heel veel rond me heen gekeken. Ik bezocht verschillende natuurhistorische, wetenschaps- en universiteitsmusea maar ook wetenschapscentra in Europa en ging na welk verhaal men er probeerde te vertellen. Ik probeerde te ervaren wat voor mij werkte en wat niet. Omdat ik zelf misschien eerder een liefhebber ben van een kunstmuseum en in wetenschapsmusea niet altijd mijn ding vind. Ik kwam tot de conclusie dat het in de meeste van die musea ontbrak aan schoonheid en dat er vaak nadruk wordt gelegd op succesverhalen, terwijl je als toeschouwer hiermee niet connecteert. Algauw kwam de beslissing, ook als groep, niet het klassieke platform aan te bieden voor wetenschapscommunicatie. In het GUM willen we iets vertellen over hoe wetenschap werkt, over het proces, maar ook over de menselijkheid van wetenschap. We gaan dit bewust niet verdoezelen of wegsteken, want in die kwetsbaarheid zit ook schoonheid. Die schoonheid toon je door de verhalen, maar ook door de museale beleving. Naast inhoud is de beleving even belangrijk, voor mij is een museum een plek voor bezinning.

Ik ben zelf misschien eerder een liefhebber van een kunstmuseum en vind in wetenschapsmusea niet altijd mijn ding

Hoe vertaal je dat wetenschappelijk denken naar een tentoonstellingsconcept?

Na mijn prospecties ging ik in gesprek met tientallen onderzoekers, elk vanuit hun eigen discipline. Ik interviewde hen over wat wetenschappelijk denken is, vanuit het idee dat ik er een rode draad zou uithalen. Helaas vertelden ze allemaal iets anders, ze spraken elkaar zelfs tegen! Tja, als ze het zelf niet weten, moest ik dan zeggen wat het is? Eigenlijk bleek mijn positie als interviewer nog het meest interessant en kwam ik tot de conclusie de positie van het zoeken bij de bezoeker te leggen. In het GUM is het niet de wetenschapper die de bezoeker toespreekt, het is het museum dat naast de bezoeker staat en samen kijkt naar wetenschappers en wetenschap. Dit gegeven plaatst ons in een comfortabele positie, wij moeten geen standpunt innemen, wij moeten vooral veel vragen proberen oproepen. De bezinning zit hem in die bevraging.

Als curator van tijdelijke tentoonstellingen zoals ‘Phallus. Norm en vorm’ en ‘Wonderkamer van de WAARHEID’ kijk je over de museummuren heen, je gaat samenwerkingen aan met verschillende partners.

Het feit dat er geen blauwdruk voor een universiteitsmuseum was, bleek een groot voordeel. Ik kon zelf de organisatie mee vormgeven: een plek voor bezinning, waarbij we via passieve publieksbemiddeling een expo aanbieden, maar waar ook ruimte is voor actieve publieksbemiddeling. We brengen uitgebreide programma’s, met gesprekken, workshops en nu ook meer en meer performances. We werken hiertoe samen met kunstenaars in residentie, NTGent en tal van socio-culturele organisaties.

Dat gebeurt allemaal hier?

Ja, maar we proberen ook uit te breken. Dit huis zal nooit hetzelfde zijn, ik wil niet verstarren. In april bijvoorbeeld brengen we een theaterstuk in het Wintercircus, dat we gecoproduceerd hebben . De inhoud is altijd de rode draad, maar de manier waarop we het proberen te vertalen naar het publiek kan allerlei vormen aannemen. Omdat we zelf geen theatermakers zijn, hebben we nood aan externe partners. En zo leer ik steeds bij, nu dus door samen te werken met theatermakers. Dat draagt ook bij aan mijn groei als tentoonstellingsmaker.

In het GUM is het niet de wetenschapper die de bezoeker toespreekt, het is het museum dat naast de bezoeker staat en samen kijkt naar wetenschappers en wetenschap

VOORTSCHRIJDEND INZICHT

Is het moeilijk om taboedoorbrekende onderwerpen aan te kaarten? Bereiken ze doel?

Dat is een heel moeilijke vraag, waar ik geen antwoord op kan geven, toch niet als wetenschapper. Ik ben aangesteld als professor en ben dit jaar aan mijn eigen onderzoek begonnen in de museologie. Een onderzoek over onze aanpak, over het performen met objecten, die iemand proberen te activeren op de museale scène. Oorspronkelijk was het idee nochtans om impactstudies te doen, te meten of onze aanpak werkt. Maar als je daarop begint door te denken, is hetgeen wat we willen doen misschien ook niet zo meetbaar. Ik denk dat we impactstudies kunnen doen om er zelf uit te leren, en niet om een ‘meetbare’ impact na te streven. Dat zou me als maker ook te veel gaan sturen. Maar of ik ze nu wel of niet aan het wetenschappelijk denken krijg? Je kan ook heel veel leren door zelf rond te lopen en bezoekers te observeren. Bij de expo Phallus bijvoorbeeld merkte ik op dat er heel veel werd gepraat, tussen jongeren onderling, maar ook intergenerationeel. We hebben heel veel grootouders met kleinkinderen gezien. Ook de workshops bereikten mooie diverse groepen. Dat is ook zo bij de expo Waarheid, er komen klassen van leeftijdsgroepen langs die niet zo evident zijn, maar die heb ik toch niet onnozel zien doen. Dus, breng ik de boodschap over zoals ik wil? Dat weet je niet zeker. Maar mensen bezoeken het museum, een culturele plek waar men in contact komt met onderzoek en er is op zijn minst een gesprek. Ik vind dat eigenlijk al veel.

Ervaar je soms tegenwind voor wat het GUM brengt? Er worden niet alleen taboedoorbrekende onderwerpen aangereikt, maar er is ook het gegeven van de twijfel, inherent aan het wetenschappelijk denken.

Voortschrijdend inzicht leidt letterlijk tot nieuwe inzichten, wat helaas soms aanleiding geeft tot complottheorieën, met polarisatie tot gevolg.Vanuit het onderzoeksveld zelf is er verbazingwekkend positief op gereageerd. De stem dat we wel heel postmodern zijn, dat we alles onderuit halen en dat dit een gevaar inhoudt, is er ook. Maar die klinkt eerder bevragend, niet beschuldigend. Het kwetsbare tonen van wetenschap als een menselijk proces maakt het voor mij net nog betrouwbaarder. Je kunt het niet buiten het menszijn plaatsen. Tenslotte zijn wij, de beoefenaars ervan, zelf mensen. Door hierin transparant en eerlijk te zijn, bereik je in the long term het meest. Je moet kunnen bijsturen of dingen in vraag stellen. Vandaag is er een tendens waarbij de samenleving steeds meer een stem krijgt – waarover het onderzoek moet gaan, maar ook over beleidsvorming – terwijl vroeger dit helemaal niet zo was. We mogen die stem ook niet onderschatten, want dat zou nogal betuttelend zijn. Maar dan moet je mensen hier wel in kunnen trainen zodat ze een volwaardige stem hebben. Twijfel staat niet gelijk aan het zomaar spuien van meningen. Via twijfel zoek je net naar een onderbouwde stelling. Dat is wat we hier proberen te doen. We tonen ook aan hoe je tot die onderbouwde stelling komt.

Occasioneel krijgen we wel eens te horen dat we te woke zijn. We zijn een museum voor jongeren, dus gaan we uiteraard op zoek naar hedendaagse onderwerpen die bij hen leven, maar die ook niet exclusief voor jongeren zijn. De expo Waarheid is bijvoorbeeld iets voor alle generaties. Onderwerpen worden steeds afgetoetst in een klankbordgroep.

PAARD VAN TROJE

Hoe kijk jij naar de wereld vandaag? De waarheid komt steeds meer in het verdomhoekje terecht.

Ik maak me hier ernstig zorgen over. We worden allen geconfronteerd met een soort van absurditeit, er gebeuren dingen die we twee jaar geleden nooit hadden durven vermoeden … en dit alles in een schrikbarend tempo. Maar hoe we ons daartegen moeten wapenen? Ik denk dat er daar maar één antwoord op is: inzetten op jongeren via onderwijs. Je moet hen niets door hun strot proberen te rammen, dat werkt gewoon niet. Het GUM hanteert een zachte aanpak, het is een Paard van Troje als het ware: via een plek voor culturele beleving en bezinning proberen we een wetenschappelijk denkproces binnen te brengen.

De inhoud is altijd de rode draad, maar de manier waarop we het proberen te vertalen naar het publiek kan allerlei vormen aannemen

Volgens mij is dit het meest effectief. We hebben zelf lang over waarheid en onwaarheid gesproken en geen rekening gehouden met hoe andere mensen hun werkelijkheid kunnen of mogen beleven. Er zijn bijvoorbeeld onderzoeken die uitwijzen dat als je in een les biologie het absoluut niet wil hebben over creationisme, je net veel weerstand zal krijgen om te leren over evolutieleer. Weerstand betekent dat je niet meer openstaat om je bij of om te vormen. Een foute aanpak dus. In het museum tonen we dat wetenschap niet de enige vorm is van kenniscreatie. Het is een vorm die we hebben ontwikkeld om tot een objectieve, of zo objectief mogelijke, stelling te komen. Maar als mens heb ik ook wel nood aan andere vormen van kenniscreatie. Door dingen samen te beleven, door in gesprek te gaan met mensen.

In februari vieren we traditioneel Darwindag. Vandaag staat zijn evolutietheorie steeds meer onder druk. Niet door wetenschappers, maar door religieuze krachten die steeds meer ingang vinden. Hoe kunnen of moeten we hiermee omgaan in een superdiverse samenleving?

Ook dit sluit hier verder op aan. Onderwijs is een machtige tool. Ik heb nog practicum gegeven in de eerste bachelor Diergeneeskunde. Ik vroeg hen als voorbereiding een wetenschappelijk artikel te lezen over de ‘mitochondriale Eva’, over het terug traceren tot wat men de oermoeder noemt: de eerste vrouwelijke persoon die DNA heeft doorgegeven via mitochondriaal DNA, van wie vandaag nog nakomelingen rondlopen. Dat wil niet zeggen dat dit de eerste vrouw was, enkel dat ze nog levende nakomelingen heeft.

Twijfel staat niet gelijk aan het zomaar spuien van meningen. Via twijfel zoek je net naar een onderbouwde stelling

Andere lijnen zijn misschien gestopt. Maar als je daarin een Eva wil zien, dan is die oefening natuurlijk snel gemaakt. Het gesprek kwam daarna op gang in het practicum en dit gegeven werd op tafel gelegd. In het begin was er heel veel ongemakkelijkheid en wou geen enkele student erover praten. Wij hadden dit voorzien en daarom op voorhand een soort rollenspel ontwikkeld, waarbij één assistent poneerde te geloven dat dit werkelijk Eva was. Toen waren er ineens wel studenten die mee op de kar sprongen en een vurig betoog hielden dit te zien als een bewijsvoering van het scheppingsverhaal. Dat toont aan dat er behoefte is om het gesprek te kunnen voeren. We hebben dat practicum beëindigd met de mededeling in de cursus te kijken en dat we het over evolutietheorie gaan hebben, omdat wij als UGent de wetenschappelijke methode nastreven. De evolutieleer is een theorie, ontwikkeld door wetenschappelijk denken, die we nog altijd aftoetsen. Maar op dit moment is er niks dat ons die theorie doet bijpassen of omver werpen. Dus volgen we die theorie en we gaan het verder niet hebben over creationisme, maar we hebben wel het gesprek gevoerd.

Een ander voorbeeld is gelieerd aan het kunstwerk van Grayson Perry, dat geëxposeerd werd tijdens de expo Phallus. Grayson noemt zichzelf een man maar hij tekent zichzelf vaak met vrouwelijke lichaamskenmerken, zoals borsten. Het werk toonde Grayson liggend op een sofa, naakt en omringd met allerlei objecten. Je kon heel veel zeggen over dat werk, maar tijdens een klasbezoek, waarbij vragen konden gesteld worden, vroeg iemand: ‘Mevrouw, waarom is die niet besneden?’ (lacht). Dat toont voor mij aan, net omdat dit werk zoveel verschillende invalshoeken heeft, dat je leerlingen best laat kijken op hun manier. Je leert ook van hen: ‘Dus zo kijk jij naar dit werk?’ Het gesprek is er.

Een museum van wetenschap, onderzoek en kritisch denken is vandaag de dag van groot belang. Het voelt bijna aan alsof het GUM zich activistisch opstelt in het diverse museumlandschap.

Bij de opening zou ik beaamd hebben dat wij een activistisch museum zijn. Nu niet meer. We zijn niet activistisch, maar we zijn wel activerend, waarbij we onze rol als forum opnemen: we zijn het forum voor wetenschap, twijfel en kunst. Voor mij gaat het dan vooral over stof aanreiken, onderbouwde stof, om tot een gesprek en een discussie te komen en dat mag meerstemmig zijn. Zonder dat wij daarin een positie innemen. Wij faciliteren, modereren en activeren gesprekken én nieuwe denkprocessen.

Is het dan de taak van een museum om zelf ook een standpunt in te nemen in het maatschappelijk debat?

Dat is een hele moeilijke. Ik zeg altijd dat dit hier mijn huis is, maar mijn mening kan ik uiteraard niet opdringen. Net zoals iedereen ben ik ook gebiast (bevooroordeeld, nvdr.) Mijn mening hoeft dus niet de mening van het huis te zijn. Het beste voorbeeld dat ik kan geven zijn de studentenprotesten naar aanleiding van de genocide in Gaza. Toen de expo Wonderkamer van de WAARHEID opende, hingen er plots affiches beneden waarin we een zionistisch museum werden genoemd. Je werkt samen met de universiteit, die samenwerkingen heeft met Israëlische universiteiten. De universiteit sponsort ‘het museum van de waarheid’ en zo collaboreert men dus. Hoezo, waarheid?

Zet in op jongeren via onderwijs. Je moet hen niets door hun strot proberen te rammen, dat werkt gewoon niet. Het GUM hanteert een zachte aanpak

Intern werd er bij ons heel emotioneel gereageerd op deze beschuldiging. Ik ga ervan uit dat iedereen hier er ook anders over denkt. Er werd bijna opgeroepen tot een interne boycot, maar dan sluit je natuurlijk de forumfunctie helemaal uit. Net die dag kwam Alexander De Croo op bezoek, hij wou vooral in aanloop van de verkiezingen met jongeren in gesprek gaan. Als GUM hebben wij hem in contact gebracht met onze studentengroep en dit gesprek gefaciliteerd. Het werd een zeer leerrijke dag voor ons. De gesprekken tussen De Croo en de protesterende studenten, waar heel wat kritische vragen uit voortkwamen over Gaza, verliepen zeer respectvol. Waaruit bleek dat iedereen eigenlijk vast zat. Ik vond dat heel schoon om te zien.

Het is ook allemaal niet zo zwartwit.

Klopt. Alexander De Croo kwam vooral duiden waarom op dat moment België dat ene standpunt bleef innemen, namelijk om de dialoog open te houden. Hij vond dat hij daardoor meer slagkracht behield. Maar het blijft natuurlijk een supermoeilijke oefening. Ik vind het onze taak om een omgeving te creëren waarin deze gesprekken mogelijk gemaakt worden. Als wij daarin een standpunt zouden innemen, sluiten we het gesprek af. Er is natuurlijk geen twijfel mogelijk dat het over genocide gaat, dit is al genoeg onderbouwd. Ik heb trouwens ook de brief mee ondertekend.

Wij faciliteren, modereren en activeren gesprekken én nieuwe denkprocessen

MORALISEREND VINGERTJE

Je zet duidelijk in op de maatschappelijke rol van musea als openbare ruimtes waar reflectie en dialoog worden geactiveerd. In het Geuzenhuis hebben we dezelfde doelstelling. Met onze Nacht van de Vrijdenker, waarbij nightlife gecombineerd wordt met inhoud, boren we ook een jonger publiek aan. Toch blijft het moeilijk om bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond te bereiken. De samenstelling van de bevolking, Gent telt ongeveer 170 nationaliteiten, zien we niet echt weerspiegeld in onze bezoekers. Geldt dit ook voor het GUM? Wat kunnen we doen om hen meer te bereiken?

Ik heb daar geen echt antwoord op, maar ik denk wel dat dit een van de grote uitdagingen is waar wij als cultuurmakers op moeten inzetten. Dat zal ook de enige manier zijn om tot een soort kering te komen. Ik hoor het ons allemaal graag zeggen, dat we een superdivers publiek bereiken, maar dat is gewoon niet waar. In het GUM doen we voor elke expo citizen science projecten, waarbij mensen participeren aan lopend onderzoek en dus hun gegevens delen. Dan zie je duidelijk de demografische krijtlijnen: onze bezoekers zijn vooral hoger opgeleiden. Hoe kunnen we dit oplossen? Hoe kunnen we bijvoorbeeld ook mensen bereiken die in valkuilen trappendoor de aantrekkingskracht van het populisme? Dan kom ik algauw terug op het belang van onderwijs. Als cultuurmakers hebben we een rol te spelen in onderwijs, daar hebben we toegang tot een breder bereik. Ook het gericht samenwerken met socioculturele verenigingen en niet alles in één keer willen, maar gericht te werk gaan. Het blijft zeer moeilijk. We bereiken nog steeds vaak de mensen die we niet echt meer moeten overtuigen. We moeten ook sprekers die een andere stelling innemen aan bod durven laten komen. We zijn bewust geen wetenschapsmuseum, maar een forum. Het moraliserende vingertje dat maar al te graag wordt opgestoken door de wetenschapsmusea werkt gewoon niet.

Dat is een fout die we in het verleden zelf ook hebben gemaakt. Met het uitgestoken vrijzinnige vingertje dan.

We koppelen maar al te graag een waardeoordeel aan iemand die op een andere manier denkt. We doen dat zogezegd niet, maar de realiteit is anders. Ik vind het belangrijk om studenten te vormen tot kritische burgers. Kritisch denken is alleen maar mogelijk als je de competenties hebt geleerd om aan perspectiefwisseling te doen.

We bereiken nog steeds vaak de mensen die we niet echt meer moeten overtuigen. We moeten ook sprekers die een andere stelling innemen aan bod durven laten komen

Zolang je niet van perspectief kan wisselen en naar een probleemstelling kan kijken vanuit verschillende invalshoeken – dat kunnen disciplines zijn, maar dat kunnen ook socioculturele achtergronden zijn – dan zit je vast in een tunnel. Het bewust zijn van je eigen positionaliteit, de eigen tunnel waarin we allemaal zitten en waar je als mens eigenlijk de hele tijd tegen moet vechten, is zo belangrijk. Zolang je daar niet buiten kunt kijken kijken, kan je de ander niet bereiken. Ik zeg zeker niet dat ik hier altijd zo goed in ben hoor (lacht), maar ik probeer me er wel bewust van te zijn.

Kritisch denken is alleen maar mogelijk als je de competenties hebt geleerd om aan perspectiefwisseling te doen

Zou je geloof, of bij uitbreiding religie, in het museum van de twijfel als thema kunnen opnemen?

Ik doe dat heel bewust niet, net omwille van het moraliserende vingertje. Als wetenschapsmuseum hebben we hier uiteraard een positie ingenomen, maar als wij onderwerpen zouden brengen over religie, dan zitten wij algauw in het offensief. Bij de expo Phallus zou het een evidente keuze geweest zijn om iets te doen rond besnijdenis, maar we hebben dat heel bewust niet gedaan. Bij de expo Waarheid was het evident om iets over religie te brengen, ook dat hebben we niet gedaan. Dat is net om die forumfunctie te kunnen openhouden.

KENNISCREATIE

De relatie tussen religie en kunst is duidelijk en overvloedig aanwezig. De relatie tussen kunst en vrijzinnig humanisme is helaas eerder beperkt: er is veel vrijzinnige literatuur, maar in de beeldende kunsten komt het minder uitdrukkelijk aan bod. Zelf ben je pleitbezorger voor een betere dialoog tussen wetenschap en kunst. Hoe zie je die relatie, wat zou het kunnen betekenen?

We hebben lange tijd nagedacht over de output van wetenschap en kunst, omdat dat helemaal iets anders is. Voor mij zijn het twee onderbouwde methodologieën om tot kenniscreatie te komen, met een heel andere opzet, en andere spelregels, maar het zijn wel evenwaardige vormen van kenniscreatie. Wij brengen beiden samen op onderzoekniveau. Voor elke expositie werken we met een onderzoekscomité– dus geen exclusief wetenschapscomité – waarin wetenschappers en kunstenaars naast elkaar staan. Wij presenteren kunstenaars als onderzoekers. Het artistieke onderzoek, de topics die ze aanhalen, de manier waarop dat er aan vooronderzoek wordt gedaan … het gaat heel vaak over hetzelfde, maar het wordt anders aangepakt. Kunst mag het individuele aanraken, het is iets waarin je je als individu herkent, het is iets wat je raakt. Bij wetenschap is dat veel moeilijker omdat wetenschap per definitie niet vanuit het individu vertrekt, maar tracht te generaliseren.

Wij presenteren kunstenaars als onderzoekers

In een museum is het dankbaar iets te mogen zeggen op een manier die het individu aanspreekt, daar wil je betrokkenheid. Als ik tot een reflectie wil komen over bijvoorbeeld sterfelijkheid, dan kan ik dat misschien makkelijker vanuit een artistieke beleving dan vanuit een wetenschappelijke. En dat is oké. Hoe meer chaos er is, hoe meer controle we willen, en hoe meer we denken dat we via wetenschap die controle zullen verkrijgen. Terwijl kunstenaars net een soort vrijgeleide hebben om niet per se op zoek te gaan naar antwoorden. We hebben kunstenaars nu zo hard nodig. Het is jammer dat de samenleving net hen als eerste over de rand duwt.

Het museum en de tuin zijn één organisatie. Het werkt volgens hetzelfde principe: het beleven van bepaalde vraagstellingen via een levende collectie of een object

Je hebt al heel wat bereikt, het GUM is een uniek museum, iets waarop je terecht trots kan zijn. Wat hoop je hier nog te realiseren?

Ik wil dit huis beschermen voor een duurzaam leven. Ik zal ervoor zorgen dat het genoeg in beweging blijft. Wanneer iets als een instituut begint aan te voelen, werp ik er iets nieuw in (lacht). Ik zoek mijn uitdagingen door bruggen te slaan, zoals we nu het experiment aangaan met de podiumkunsten. En de tuin? Het museum en de tuin zijn één organisatie. Het werkt volgens hetzelfde principe: het beleven van bepaalde vraagstellingen via een levende collectie of een object. We merken dat de tuin ook een echte conversation starter is. Het is laagdrempelig, je hebt er niet altijd veel taal voor nodig. Er komen hier vaak nieuwkomers in cursusverband en die tuin is een beetje de wereld in het klein. Planten van overal, eten dat ermee gemaakt wordt … Ik heb ontdekt dat dit heel universeel is. We zien dat mensen vaak ineens terug een soort agency krijgen omdat ze iets herkennen en hierover iets kunnen vertellen aan jou: dit gaat over mijn thuisland, dus ga ik je er nu iets over vertellen. Het maakt mensen trots. Wat voor ons aanleiding gaf om op onze vorige Erfgoeddag duo-rondleidingen met Refu Interim te maken. Dat was een heel mooi en geslaagd project. Ook de tuin is een zachte tool om tot gesprekken te komen.

 

Griet Engelrelst


Wil je de papieren versie van De Geus thuis ontvangen? klik hier voor meer informatie.

Over de auteur:

Griet Engelrelst

Een artikel uit: editie April 2025

Misschien bent u ook geïnteresseerd in…

Caroline Pauwels VUB

50 jaar VUB. Een gesprek met rector Caroline Pauwels.

April 2019 | 15 minuten

2019 staat in het teken van een dubbel jubileum: 50 jaar VUB en 185 jaar ULB. 50 jaar VUB en 185 jaar ULB. Redenen genoeg dus om een bezoek te brengen aan rector Caroline Pauwels. We worden ontvangen in het rectoraatsgebouw, een ontwerp van architect Renaat Braem en bij de studenten beter bekend onder de geuzennaam de ‘sigaar’. De symboliek van het gebouw belichaamt de vrijzinnig-humanistische waarden van de VUB: een open en tolerante levensbeschouwing met het vrij onderzoek als basis.

Jean-Jacques Amy - Anoniem is een vrouw

Jean-Jacques Amy: Voorvechter van abortus

April 2020 | 15 minuten

Tot 1990 was abortus strafbaar in België. Aan de gedeeltelijke depenalisering ervan, met de wet Lallemand-Herman-Michielsens, ging een lange en moeizame strijd vooraf. Jean-Jacques Amy, emeritus-hoogleraar gynaecologie aan de VUB en notoir vrijzinnige, was een van de belangrijke artsen in die strijd. Aan rebelsheid en humanitaire bewogenheid heeft hij nog altijd niets ingeboet, zo blijkt uit zijn boek ‘Anoniem’ is een vrouw'.

Waarom mensen niet zo goedgelovig zijn als we denken

Januari 2021 | 12 minuten

Mensen zijn ontzettend irrationele en goedgelovige wezens. We worden langs alle kanten beïnvloed en om de tuin geleid: door politici, demagogen, reclamemakers en influencers. We trappen met open ogen in fake news en de gekste complottheorieën, eindeloos versterkt door de echokamers van de sociale media. Niet zo, volgens Hugo Mercier.