Niet alles, maar veel begint bij luisteren – Dirk
In 2022 trokken Dominique Willaert, Jos Van Herreweghe, Yasmina Besseghir en Freddy Willems met de steun van Vermeylenfonds en het fonds Pascal Decroos gedurende vier maanden traag en luisterend door de Denderstreek. Bezorgd over de uitgesproken hoge scores van het Vlaams Belang in enkele Dendergemeenten ontdekten ze in de straten en de wijken wat er bij de mensen leeft. Op een onbevooroordeelde manier luisterden ze naar de verhalen over de impact van de snelle en ingrijpende veranderingen op de inwoners van de Denderstreek. Ze staan stil bij obstakels, kwetsuren en dromen van de nieuwkomers en geven een stem aan de lokale inwoners. Velen onder hen voelen zich wat verloren en rouwen omwille van de afbouw van de lokale tewerkstelling, het verdwijnen van heel wat vaste tradities en worstelen met de toegenomen complexiteit van de samenleving. De opeenstapeling van verlieservaringen maakt dat een ruime groep mensen de traditionele partijen de rug toekeert en op de extreemrechtse partij Vlaams Belang stemt. In plaats van deze groep mensen te demoniseren en te isoleren wil dit project ons oproepen om blijvend met hen in gesprek en dialoog te treden. In september verschijnt bij uitgeverij Epo het relaas van deze tocht samen met de portretten van de geïnterviewden. Het vormt de basis voor een nieuw project waarbij een brede coalitie van middenveldorganisaties (Vermeylenfonds, Avansa, Masereelfonds, huisvandeMens, Hart boven Hard, Saamo, Beweging.net ...) in het voorjaar 2024 samenwerken om opnieuw te investeren in de Denderstreek en er sociale praktijken te ontwikkelen om de dialoog tussen mensen te herstellen in Ninove, Aalst, Denderleeuw, Liedekerke en Geraardsbergen. Ze roepen de hogere overheden op om zorgzaam en doordacht te investeren in de landelijke regio’s van niet alleen ons land, maar in heel Europa. We schenken u bij wijze van voorpublicatie twee verhalen uit de Denderstreek.
Wie naar hier komt moet onze taal leren en onze cultuur aanvaarden
HET VERHAAL VAN DIRK
Dirk komt met een frisse pint uit het cafetaria van Hondenclub Herleving. Hij steekt een sigaret op en stapt in zijn bijtpak van jutte, vlas en leder op me af. ‘Ik doe vooral het pak- en bijtwerk en train meestal de diensthonden van de beveiligingssector en soms ook politiehonden. Onze club bestaat al meer dan dertig jaar. We hangen hier redelijk goed aan elkaar. Ik ontferm mij hier ook over de probleemhonden. Dat zijn de honden die niet luisteren en die ook durven bijten. Ik probeer dat dan op te lossen. Ik word een beetje als de laatste kans gezien.’ ‘Wat bedoel je hiermee Dirk?’ ‘Wel, ik heb maar een paar honden waarbij het mij niet is gelukt. Bij de meeste honden is het wel gelukt, ik krijg ze terug rustig en normaal.’ ‘Hoe doe je dit dan Dirk, hoe ga je te werk?’ ‘Het hangt af van hond tot hond en veel hangt ook af van de eigenaars. Bij sommige honden moet je streng zijn en bij andere honden moet je vertrouwen opbouwen. Je hebt honden die problemen hebben omdat ze met schrik zitten en andere honden zijn te dominant, die moet je dan eerder afbreken. Je moet de honden niet alleen corrigeren, maar ook belonen. Het is een beetje zoals op het werk’ lacht Dirk. ‘Wat bedoel je?’ ‘Er zijn weinig bazen die kunnen zeggen: ‘je hebt goed gewerkt vandaag, goed gedaan maat.’ Maar als er die dag iets fout is gelopen, staan ze onmiddellijk gereed om u onder uw kloten te geven. Bij een hond is dat eigenlijk juist hetzelfde’ lacht Dirk. ‘Als je een hond traint, moet je vooral goed en gewenst gedrag belonen. Negentig procent van de honden die ik train, trek ik recht. En ik doe dat gratis, ik word daar niet voor betaald’ zegt Dirk terwijl hij een nieuwe sigaret opsteekt.
Dirk is benieuwd wie ik ben en wat ik op de hondenclub kom doen. ‘Ben jij ne linksen’ vraagt hij me op de man af. Ik voel me in snelheid gepakt en weet niet meteen hoe ik moet antwoorden. ‘Ik sta open voor sommige opinies, maar niet voor alles’ lacht hij. ‘Laat het me zo stellen Dirk, ik geloof dat de welvaart ongelijk wordt verdeeld en dat we de samenleving op een eerlijker en rechtvaardiger manier kunnen organiseren’ zeg ik. ‘Eerlijker en rechtvaardiger? Wel dan kunnen wij misschien nog vrienden worden’ en hij geeft me een vriendelijke klop op de schouder. ‘Heb je wat tijd Dirk?’ ‘Natuurlijk, maar ‘k ga eerst een berichtje sturen naar mijn vrouw.’
‘Ik ben geboren en getogen in Geraardsbergen. Of nee wacht, ik ben eigenlijk geboren in Ninoof omdat er in Geraardsbergen geen kraamkliniek was. Ik was al een probleemkind van zodra ik geboren werd’ zegt hij en de omstaanders barsten in een lachen uit. ‘Ik woon hier al mijn ganse leven. Je kan Geraardsbergen niet meer vergelijken met twintig jaar geleden. Vroeger waren wij een bruisende stad, er was hier toen nog veel meer economie. De stekskesfabriek was toen nog open. Laat ons zeggen dat zestig tot zeventig procent van de mensen hier werkten in de eigen streek. We hadden hier toen ook nog veel meer winkels die een goede omzet draaiden. Er was altijd iets te doen, de mensen gingen nog veel rapper een glas drinken. Ze kwamen van hun werk en ze waren direct in ’t stad.’ Dirk walst met woorden en volzinnen.
‘In de Union Match, de stekskesfabriek, werkten er op een bepaald moment duizendvijfhonderd man. De fabriek werd in 1998 gesloten en is verhuisd naar Hongarije. De Unalit, die vezelplaten maakte, is ook weg. Er waren ook heel wat textielfabrieken en Epeda, de matrassenfabriek. Die zijn allemaal gesloten of weg. Maar voor de rest is het hier goed wonen. Je zit hier direct in en ook uit de stad. Als je hier wat verder naar beneden rijdt, zit je onmiddellijk in de velden.’ ‘Is Geraardsbergen een gemeenschap die goed aan elkaar hangt?’ ‘Als je hier tegenwoordig rondloopt dan hoor je veel minder Giesbaargs klappen in vergelijking met vroeger. Er komen meer en meer inwijkelingen vanuit Brussel naar hier en die spreken ons dialect niet.’ ‘Welke mensen komen er vanuit Brussel naar hier wonen?’ ‘Redelijk wat Afrikanen.’ ‘Nemen zij deel aan het gemeenschapsleven van Geraardsbergen?’ Dirk antwoordt met een heel lange, haast theatrale ‘Nee’.
‘In de Denderstreek zitten we eigenlijk allemaal met dezelfde problemen. Weet je, het grootste probleem is de vervreemding. In de Limburg hebben ze veel geld geïnvesteerd na de sluiting van de mijnen. Hier niet’
‘Zij leven meer ’s avonds en ’s nachts en er is veel criminaliteit.’ Naast ons slaan twee honden aan het blaffen. ‘En oude mensen die worden overvallen’ gaat Dirk verder terwijl de honden steeds luider blaffen. Eén van de andere aanwezigen heeft het gesprek gevolgd en komt naast Dirk staan. ‘Het zijn niet alleen Afrikanen die de boel hier komen verpesten. Er zijn ook de marginalen en het crapuul dat uit Lessen komt.’ Ik vraag naar de man z’n naam. ‘Pieter’ zegt hij. ‘Er zijn overal drugs.’ ‘Vroeger werd er hier stevig gedronken en geblowd’ zegt Dirk ‘maar met die cocaïne is het plezier ervan af jong. Qua taalkwestie zijn er hier eigenlijk nooit echt problemen geweest. Terwijl Ronse voor een groot deel verfranst is, zijn wij Vlaams gebleven.’ ‘Ja, dat is zo’ reageert Pieter. ‘Als ik in Ronse ga werken, moet ik altijd in ’t Frans klappen.’ ‘In de Denderstreek zitten we eigenlijk allemaal met dezelfde problemen. Weet je, het grootste probleem is de vervreemding. In de Limburg hebben ze veel geld geïnvesteerd na de sluiting van de mijnen. Hier niet’ zegt Dirk. ‘Toen alles hier sloot hebben ze niets gedaan. Er is niets in de plaats gekomen. Er is veel werkloosheid en de mensen die werk hebben, pendelen naar Gent of Brussel. De jeugd vertrekt, ze gaan langs de kanten van Gent gaan wonen om dichter bij hun werk te zijn. De bevolking begint te verouderen en al wat er overblijft zijn de oudere mensen en de marginalen.’ ‘Ik heb je net het woord vervreemding horen gebruiken Dirk, wat bedoel je met dat woord?’ ‘Ik zal jou een voorbeeld geven. Ik woon in Onkerzele. Recht tegenover mij woont er ne jongen die getrouwd is met een Afrikaanse. Die haar dochter woont er ook bij. Ik heb al zeven keer een goeiendag gezegd maar ik krijg niets terug. Niets hé, niets. Die zoeken geen contact met onze gemeenschap. Ik moet wel zeggen, hier op de hoek wonen er mensen uit Oekraïne. Die zijn hier al van voor de oorlog met Rusland uitbrak. Zij zijn anders. Weet je, Polen en Oekraïners maken sneller contact, die zijn meer gelijk ons. Ze komen hier op de hondenclub ook al eens een glas drinken. Die Afrikanen doen dat niet.’
‘Toen alles hier sloot hebben ze niets gedaan. Er is niets in de plaats gekomen. Er is veel werkloosheid en de mensen die werk hebben, pendelen naar Gent of Brussel. De jeugd vertrekt’
‘Werk jij in de bouw Pieter?’ ‘Jawel’ zegt hij fier. ‘Werken er veel Polen en Oekraïners in de bouw?’ ‘Verschrikkelijk veel. Het zijn heel harde werkers maar ik kan niet met hen klappen, we verstaan elkaar niet. Die zouden dag en nacht werken. Ze blijven hier een lange periode en gaan dan terug naar huis. Ze worden dan afgelost door een andere ploeg. Ze wonen in huizen die de aannemers voor hen huren. Op een paar van die appartementen hier wat verder. Propere dingen hoor’ zegt Pieter. ‘Die mensen verdienen hier op zes maanden hetgeen wat ze daar op twee jaar verdienen’ reageert Dirk. ‘Met die mensen heb ik geen miserie. Zij werken en willen meestal ook onze taal leren, maar de rest, sorry hoor, eerlijk gezegd … moslims, ik moet daar niets van hebben.’ ‘Wie wel eigenlijk’ en hij richt zich uitdrukkelijk tot mij. ‘Mensen zoals jij misschien wel, maar…’ probeert Pieter terwijl Dirk hem onderbreekt. ‘Ik ben bij het leger geweest. Ik stond in voor de diplomatieke bescherming en daarna heb ik als veiligheidsagent in Brussel gewerkt. Als wij moesten tussenbeide komen, was het altijd met die mannen, altijd hé en dan zijn ze verwonderd dat wij hen viseren. Ik moet heel ver zoeken vooraleer ik eens enen tegenkom die geen ambras maakt.’
‘Kun je eens beschrijven op wat voor moeilijkheden je bent gebotst Dirk, tijdens je werk als veiligheidsagent?’ ‘Als ze alleen zijn, heb je nooit ambras. Maar van zodra ze met drie, vier of meer zijn, beginnen ze hun eigen cultuur aan ons op te dringen. Bij ons is de staat nog altijd van het geloof gescheiden en al wie probeert om zijn geloof of achterlijke cultuur door mijn strot te duwen, wel die zal problemen met mij krijgen. Al wie naar hier komt, moet zich aanpassen aan onze waarden. Punt! Wij gaan ons toch niet aanpassen aan hen? Het is hier ons land. Al die Vlamingen die na hun pensioen in Spanje gaan wonen, die moeten zich toch ook aanpassen. Die Vlamingen gaan Spaans leren en mocht ik naar Marokko gaan en een moskee binnen stappen, dan zal ik mijn schoenen uittrekken en mij aanpassen aan hun cultuur. Ik ben niet zo politiek correct als veel anderen, ik spreek graag vrijuit. Wie naar hier komt, moet onze taal leren en ook onze cultuur aanvaarden. En het zijn niet wij die hen dwingen om in een grote groep bijeen te kruipen.’ ‘Wat bedoel je met dit laatste Dirk?’ ‘Of je nu hier in Geraardsbergen, Ninove of Denderleeuw bent, het zijn altijd dezelfde dingen die terug keren.’ ‘Het is allemaal om zeep’ zucht Pieter en hij steekt een sigaret op.
‘Je sprak daarnet over hoe deze streek in tegenstelling tot Limburg in de steek werd gelaten’ zeg ik. ‘Dat is zo. In Limburg hebben ze zwaar geïnvesteerd en hier hebben ze niets gedaan. Ik vraag mij af waarom de families De Croo en De Padt hun eigen streek zo in de steek hebben gelaten.’ ‘Ga jij nog stemmen, Dirk?’ ‘Ja, ik ga nog stemmen.’ ‘Mag ik je vragen op welke partij …’ ‘Op ’t Vlaams Belang.’ ‘En ik ook’ zegt Pieter. ‘Veel mensen in de streek stemmen op ’t Vlaams Belang. Heel veel mensen’ zegt Dirk. ‘Kan het VB hier het tij keren, denk je? Als zij aan de macht zouden komen, wat zal of kan er dan volgens jou veranderen Dirk?’ ‘Alle voorstellen die het VB al heeft voorgesteld en ingediend, zijn ondertussen al voor een groot stuk door de andere partijen uitgevoerd. Zo slecht zijn ze dan toch niet, hé. Terwijl ze al veertig jaar aan een stuk van de macht worden gehouden. Iedereen schreeuwt moord en brand als het over het VB gaat, maar de meeste onderdelen van het 70-puntenprogramma zijn ondertussen wel al doorgevoerd. Weet je waarom? Omdat we gelijk hadden. Als er een probleem is, dan moet je het oplossen. Niet met de zachte, maar met de harde hand. Ik ben zestig jaar en de voorbije vijftig jaar ben ik getuige geweest van de zachte aanpak. Wat heeft dat opgeleverd. Kijk wat er in Antwerpen gebeurt in het drugsmilieu. Die mannen zijn gewoon de baas geworden hé.’
‘Wat heeft de zachte aanpak opgeleverd. Kijk wat er in Antwerpen gebeurt in het drugsmilieu. Die mannen zijn gewoon de baas geworden hé’
Dirk gooit het er allemaal uit, ongeremd en ongegeneerd. De andere clubleden nippen van hun cava of frisdrank. Niemand reageert verbaasd. Na al die jaren kennen ze Dirk ondertussen al wat, maar een paar mensen vertellen me dat het de eerste keer is dat Dirk zo open en vrij met iemand spreekt over de politiek. Althans hier op de club doet Dirk dit voor het eerst. Pieter, aangevuurd door Dirk, neemt zelf opnieuw het woord. ‘Ze houden ons tegen, hé.’ ‘Wat bedoel je Pieter?’ ‘Ze doen alsof dat wij stront zijn en niet deugen, de linkse partijen, maar ondertussen kopiëren ze wel al onze voorstellen. Vind jij dat fair?’ Vooraleer ik kan reageren grijpt Dirk het woord. ‘Ik ga u één ding zeggen. Ik ben een Vlaming en een klauwaard en den eersten den besten die mijn vrijheid gaat bedreigen, wel die gaat mij op zijnen weg vinden. Maar, ik ben geen nazi. Wij hebben niets, maar dan ook niets te maken met nazi’s. Luister, diene Van Langenhove met zijne cinema, dat zijn een bende jonge gasten die een beetje stoer en onnozel doen. Die mannen zitten onder elkaar wat dom te doen, maar al die dingen die ze hebben gepost, die bestaan al lang hé, die hebben ze niet zelf uitgevonden.’ ‘Heb je dat zelf ook nog gedaan Dirk?’ ‘Wat?’ ‘Zo een beetje stoer doen.’ Dirk schiet luid in de lach en maakt wat sprongen terwijl hij nog steeds in z’n bijtpak zit. ‘Moet ik nog eens stoer doen?’ en de ganse groep lacht mee.
‘Ik ben een Vlaming en een klauwaard en den eersten den besten die mijn vrijheid gaat bedreigen, wel die gaat mij op zijnen weg vinden. Maar, ik ben geen nazi’
Dirk steekt een nieuwe sigaret op, neemt een slok van z’n pils uit het flesje en wordt terug ernstig. ‘Ik ben lang in het leger geweest. Ik zat in Duitsland, in Westhoven, in een gevechtsunie. Omdat mijn vrouw niet naar Duitsland wou verhuizen, ben ik teruggekeerd. Ik heb dan acht jaar in de Union Match gewerkt en nadien ben ik in de beveiligingssector gaan werken. Als ik nu zie wat er in Oekraïne gebeurt, dan kriebelt het een beetje. Ik ben nog een relict van de Koude Oorlog. Ik moet niets weten van die smerige Russen. Ik volg vooral de BBC World want de media hier, sorry! De VRT zijn heel links. En een andere mening telt niet voor al die linksen. Ik kan dat wel, luisteren naar iemand die linkse praat afsteekt en als het op iets trekt, durf ik die zelfs nog voor een deel gelijk te geven. Maar het omgekeerde, dat gebeurt nooit. Ik krijg alleen maar te horen: ‘Dirk, gij zijt rechts, gij zijt ne zwartzak, ne nazi’ en dan heb ik meteen afgedaan. Maar ik trek mij dat niet aan. Je moet durven uitkomen voor uw mening, of je nu een communist bent of iets anders.’ ‘Zijn er hier communisten in Geraardsbergen?’ ‘Niet veel, er zijn er nog, maar ze zijn heel oud ondertussen’ lacht hij.
‘Mag ik je toch vragen waarom iemand zoals jij niet op een linkse partij stemt Dirk?’ ‘Die Conner Rousseau spreekt mij niet aan. Dat is ne yuppie die een hoop zever vertelt die op niks slaat, voilà. De politiekers denken dat de mensen zelf niet meer kunnen nadenken. Zij denken dat ze het recht hebben om te zeggen: ‘wij denken wel voor jullie.’ Ze luisteren niet naar ons en ze denken ook nog eens dat we een bende domme kloten zijn. Omdat zij naar de universiteit zijn geweest denken ze dat ze meer weten en slimmer zijn dan ons. Heb je die Frank Vandenbroucke al eens bezig gehoord? Wat denkt die eigenlijk? Dat wij een bende dwazen zijn? Dat is de voornaamste reden waarom mensen zoals mij niet meer stemmen op de socialisten.’
‘De politiekers denken dat de mensen zelf niet meer kunnen nadenken. Ze luisteren niet naar ons en ze denken ook nog eens dat we een bende domme kloten zijn’
‘Ik wil u nog één iets zeggen en dan moet ik naar huis. Ik durf uit te komen op wie ik stem maar veel mensen durven dat nog altijd niet. Die moeten opletten wat ze zeggen want ze lopen het risico hun werk te verliezen.’ ‘Is dat zo?’ ‘Ja, als je van het Vlaams Belang bent, zullen ze jou niet sparen. Dat is een stempel die je krijgt, op school, op het werk en mocht de vakbond te weten komen dat je op het VB stemt, dan zullen ze u liquideren, terwijl dat ons programma veel linkser is dan dat van de sossen. Ik vind dat wat het VB zegt niet extreem is. De Vlaamse media hé, dat is op het randje van indoctrinatie. Zij moeten eens leren om gewoon de feiten te geven, zonder er altijd hun commentaar aan toe te voegen. De mensen kunnen voor zichzelf denken.’ ‘Volg jij zelf nog het nieuws?’ ‘Ja, zoals iedereen denk ik. Ik lees nu en dan ook een boek, vooral over onze geschiedenis en dan vooral over hoe het Vlaamse volk heel lang gekleineerd werd.’ Dirk zet een stap dichterbij. ‘Mag ik jou eens iets vragen?’ ‘Jawel Dirk, vraag maar.’ ‘Je spreekt nu tegen een Vlaams Belanger, is dat nu zo raar of fout?’ ‘Nee, want het is net mijn bedoeling om te luisteren en in gesprek te gaan met alle mensen, dus ook met mensen zoals jou.’ ‘Ze gaan u nu toch niet in de ban slaan hé. Luister, het is toch niet mijn fout dat er zo weinig mensen met Vlaams Belangers spreken hé. In de geschiedenis hebben sommige Vlamingen dingen gedaan die niet echt juist waren. Juist is juist. Maar ik vind niet dat het Vlaams Belang altijd moet worden vergeleken met wat er vroeger is gebeurd.’
Ik vraag Dirk wat hij straks nog zal doen. Hij lacht en zegt dat hij z’n vrouw heeft beloofd om het huis te kuisen. Hij trekt z’n bijtpak uit en geeft me een stevige handdruk. ‘Merci om naar mij te luisteren’ zegt hij. ‘Ik ben maar tot aan mijn zeventiende naar school gegaan, maar zo dom ben ik toch niet hé.’ ‘Nee Dirk, ik vind je geen domme man. Merci om zo open te zijn geweest’ zeg ik. ‘Ik ben vrij snel op mijn eigen benen beginnen staan. Het ging bij ons thuis niet zo goed en toen mijn vader hertrouwde voelde ik mijn niet langer thuis. ‘k Heb er hard moeten voor knokken, maar ik ben blij met waar wij nu staan, mijn vrouw en ik.’ Dirk neemt z’n bijtpak vast en vertrekt. Hij draait zich nog een keer om en zegt al grijnzend: ‘Met alles wat je nu weet, doet dat jou geen goesting krijgen om ook op het Vlaams Belang te stemmen?’ ‘Nee Dirk, nee’ zeg ik terwijl hij giert van de pret.
BOEKVOORSTELLING
Vrijdag 22 september 2023, 20:00
‘Marginale driehoek’, ‘wingewest voor extreemrechts’, ‘culturele pechstrook aan de taalgrens’. Voor wie er niet woont, is het niet zo moeilijk de Denderstreek te borstelen. Maar hoe zien de bewoners van Ninove, Aalst, Denderleeuw, Liedkerke, Zottegem en Herzele dat eigenlijk zelf? De tournee doorheen de streek leverde een parelsnoer van verhalen op. Over de teloorgang van de fabrieken, de afbraak van sociale huisvesting en de tijd dat de volkshuizen draaiden als een tierelier. Maar ook over een voormalig Kamerlid dat ’s ochtends vroeg naar het OCMW tuft en zijn koffer vult met het beste vlees van de voedselbank (“zelf gehoord van mijn loodgieter!”), Facebookposts die viraal gaan en het Vlaams Huis in Ninove. En ten slotte ook over de vraag hoe om te gaan met groepen die Vlaams Belang stemmen. Spoiler alert: de auteur roept op te stoppen met hen te demoniseren en in de plaats daarvan met hen in dialoog te gaan.
In aanwezigheid van alle mensen die in het boek aan het woord kwamen, gaan een achttal mensen op de scène in gesprek. De muzikale interventie wordt voorzien door Tachini Bomangi (spoken word/hiphop).
Locatie: CC De Werf, Molenstraat 51, 9300 Aalst
Organisatie: Vermeylenfonds.
Reservatie via https://bit.ly/3MOsbka
Dominique Willaert
Jos Van Herreweghe
Misschien bent u ook geïnteresseerd in…
50 jaar VUB. Een gesprek met rector Caroline Pauwels.
April 2019 | 15 minuten2019 staat in het teken van een dubbel jubileum: 50 jaar VUB en 185 jaar ULB. 50 jaar VUB en 185 jaar ULB. Redenen genoeg dus om een bezoek te brengen aan rector Caroline Pauwels. We worden ontvangen in het rectoraatsgebouw, een ontwerp van architect Renaat Braem en bij de studenten beter bekend onder de geuzennaam de ‘sigaar’. De symboliek van het gebouw belichaamt de vrijzinnig-humanistische waarden van de VUB: een open en tolerante levensbeschouwing met het vrij onderzoek als basis.
Jean-Jacques Amy: Voorvechter van abortus
April 2020 | 15 minutenTot 1990 was abortus strafbaar in België. Aan de gedeeltelijke depenalisering ervan, met de wet Lallemand-Herman-Michielsens, ging een lange en moeizame strijd vooraf. Jean-Jacques Amy, emeritus-hoogleraar gynaecologie aan de VUB en notoir vrijzinnige, was een van de belangrijke artsen in die strijd. Aan rebelsheid en humanitaire bewogenheid heeft hij nog altijd niets ingeboet, zo blijkt uit zijn boek ‘Anoniem’ is een vrouw'.
Waarom mensen niet zo goedgelovig zijn als we denken
Januari 2021 | 12 minutenMensen zijn ontzettend irrationele en goedgelovige wezens. We worden langs alle kanten beïnvloed en om de tuin geleid: door politici, demagogen, reclamemakers en influencers. We trappen met open ogen in fake news en de gekste complottheorieën, eindeloos versterkt door de echokamers van de sociale media. Niet zo, volgens Hugo Mercier.