Vijftig jaar vrijzinnig centrum Gent

Vandaag is de Kantienberg 9 synoniem met het Geuzenhuis. Dit jaar, in 2024, vieren we de vijftigste verjaardag van de vzw achter dit vrijzinnig centrum in Gent. Dit gouden jubileum vormt de ideale aanleiding om nog eens terug te blikken op de zoektocht naar ‘een eigen haard’ voor de vrijzinnige Gentenaars en halt te houden bij de verschillende plekken waar eerdere generaties Geuzen hun thuis hadden.

Een eigen haard is goud waard

UIT DE KOU IN DE ONDERSTRAAT 65

In de tweede helft van de twintigste eeuw ontstaan niet alleen grotere initiatieven zoals het Humanistische Verbond en de Unie Vrijzinnige Verenigingen, maar eisen ook vrijzinnigen op lokaal niveau letterlijk hun plaats op. Concreet ontstaan in die periode steeds meer vrijzinnige centra. Dat gebeurt in de jaren 1970 ook in Gent, waar men het Vrijzinnig Laïcerend Centrum (V.L.C.) opricht. Met deze vroege actie is Gent meteen één van de koplopers.

Het idee om in Gent een vrijzinnig centrum op te richten ziet het licht in het begin van de jaren 1970. Al snel neemt men, ter inspiratie, contact op met vrijzinnigen in Oostende, die al iets vroeger, in 1972, de statuten van hun V.L.C. hadden laten publiceren in het Belgisch Staatsblad. De vrijzinnige Gentenaars verzamelen ook een startbudget en wenden zich herhaaldelijk tot het gemeentebestuur van Gent, waarna uiteindelijk een pand op het adres Onderstraat 65 wordt toegewezen. De statuten van de vzw Vrijzinnig Laïciserend Centrum Gent (V.L.C.) worden, met nauwe betrokkenheid van het Humanistisch Verbond – afdeling Gent, de Oudervereniging voor de Moraal – afdeling Gent en het Comité voor het Feest Vrijzinnige Jeugd, opgemaakt op 29 juni 1974 en uiteindelijk gepubliceerd op 3 oktober 1974:

Gent is meteen één van de koplopers

‘De vereniging heeft tot doel de vrijzinnige humanistische levenshouding te bevestigen en te bevorderen, bestaande initiatieven op dat gebied te coördineren en de nodige infrastructuur ter beschikking te stellen van de aangesloten en eventueel niet-aangesloten verenigingen. Deze doelstelling kan onder andere behelzen het inrichten van centra voor dienstverlening en het ter beschikking stellen van lokalen als vergaderzaal of secretariaat.’

Met dit wapenfeit richt men in Gent een van de eerste vrijzinnige centra in Vlaanderen op.

In de herfst van 1975 is men zo ver gevorderd met de inrichting van het pand dat men het V.L.C. kan openstellen. Dit gaat op 26 oktober 1975 gepaard met een receptie waarop men provinciale en gemeentelijke mandatarissen en de besturen van de stichtende verenigingen uitnodigt. Eind 1975, op 14 december, organiseert men ook een opendeurdag voor het grote publiek. En zo is de start van de werking van het Vrijzinnig Laïciserend Centrum een feit:

‘Het is vandaag niet meer nodig dat vrijzinnige verenigingen moeten bijeenkomen in een café! […] Vrijzinnigen hoeven voortaan met hun problemen niet meer in de kou te staan. Zij kunnen hier terecht!’ (Aktiviteitsverslag 1976, VLCG125)

In de daaropvolgende jaren brengt men de geformuleerde doelstellingen in de praktijk, wordt er uitvoerig gebruik gemaakt van het pand en kent de stad een subsidie toe. Al snel botst men op de beperkingen van het te klein geworden gebouw en gaat men op zoek naar een nieuwe locatie.

GEDAAN MET SCHAAMROOD IN HET GEUZENHUIS IN DE BIJLOKEVEST 39

In oktober 1982 komt het verlossende antwoord van de stad dat men, onder dezelfde voorwaarden, zal kunnen beschikken over een pand op het adres Bijlokevest 39. Het nieuwe gebouw wordt in gebruik genomen vanaf oktober 1983. Dat stemt de toenmalige voorzitter, Freddy Evers, hoopvol voor de toekomst:

‘Gedaan met blauwe enkels na gevaarlijke klimpartijen en schaamrood omtrent de bauwvallige (sic.), enge accommodatie… eindelijk een prettiger werkterrein voor onze medewerkers […] Door allerhande perikelen duurde het zowat een jaar voor het huis hier aan de Bijlokevest kon in gebruik genomen worden: de belangrijkste oorzaak was uiteraard het feit dat ons budget slechts zéér beperkte uitgaven toeliet […] Inderdaad zijn we nu derwijze gehuisvest dat de oorspronkelijke idee van ‘ontmoetingscentrum’, weze het bescheiden, thans kan uitgebouwd worden in de toekomst.’ (Freddy Evers, Moreel verslag over het werkingsjaar 1983, VLCG125)

Het resultaat is een open huis waar iedereen, ook van buiten de vrijzinnigheid, welkom is om allerhande activiteiten te organiseren

Al in 1985 komt dezelfde voorzitter met een kanttekening:

‘De betere (en inderdaad fel verbeterbare) accommodatie kwam ongetwijfeld de toegankelijkheid én daardoor de globale werking overdag ten goede van de U.V.V. consulente, de vzw Opvang en de B.T.K.-ers van H.O.O.S. Maar ook voor vergaderingen, activiteiten en bijeenkomsten van H.V., O.V.M., F.V.J., en allerhande adviesorganen en werkgroepen is de omgeving prettiger dan ‘vroeger’ toen alles ’s avonds moest gebeuren tussen de paperassen van diegenen die overdag in de (beperkte) lokalen werkten. Dit huis wordt tot in het kleinste hoekje benut en is eigenlijk alweer te klein, hetgeen bewijst dat we wel degelijk meer middelen kunnen gebruiken.’ (Freddy Evers, Moreel verslag over het werkingsjaar 1984, VLCG125)

Niettemin zal dit de plaats zijn waar men de werking van het Geuzenhuis de volgende jaren verder zal moeten uitbouwen tot een ‘minikultuurcentrum’ met bar en tuintje.

NOG EEN JUBILEUM: 30 JAAR IN DE KANTIENBERG

Men blijft zoeken en in 1989 kan het centrum een huurovereenkomst sluiten met de stad voor de oude brouwerij van de Sint-Pietersabdij in de Kantienberg. De toenmalige voorzitter, Jean Vanelderen, schetst in 1989 de uitdagingen:

‘Onnodig te zeggen dat deze nieuwe huisvesting, met alles wat zij aan materiële en financiële beslommeringen vergt, het V.L.C.-bestuur zwaar op de proef zal stellen.

Maar ik weet dat ons hier ook een uitzonderlijke kans wordt geboden om naar binnen en naar buiten te bewijzen wat wij kunnen. Nu reeds is, in alle stilte, een beperkte groep aan het werk en ik kan bevestigen dat wij goede vooruitzichten hebben op slagen.’ (Jean Vanelderen, Moreel verslag V.L.C. maart 1989 – maart 1990, VLCG125)

Verschillende renovatiewerken zullen volgen. Men wacht uiteindelijk niet op de afronding ervan om in 1994 te verhuizen. Op 16 september 1995 wordt het nieuwe Geuzenhuis op de huidige locatie ingehuldigd.

‘Inmiddels is dit Geuzenhuis een vaste waarde geworden en valt het niet meer weg te denken uit het sociaal-culturele en het kunstleven in deze stad’ (Frank Beke)

Het gebouw zelf werd opgetrokken in 1764 deels als brouwerij, deels als bakkerij van de Sint-Pietersabdij. Dankzij de verbouwingen en renovaties voor de realisatie van het Geuzenhuis blaast men het gebouw, dat sinds de negentiende eeuw in het bezit van de stad Gent is, nieuw leven in. In 1996 beschikt men over twee ruime zalen, drie kleine vergaderzalen, een bar en kantoorvoorzieningen.

Het jaar nadien opent het Geuzenhuis voor het eerst haar deuren voor de Gentse Feesten met allerlei activiteiten waaronder tentoonstellingen van de lidvereniging Kunst in het Geuzenhuis. Ondertussen huizen en vergaderen ook verschillende andere lidverenigingen in het vrijzinnig centrum: de Cocon, Opvang, HV-Gent, het Comité Feest Vrijzinnige Jeugd, Feniks, de Grijze Geuzen, Fonds Lucien De Coninck, Werkgemeenschap Leraren Ethiek, O.V.M.-Gent en sinds 2001 ook SOS Nuchterheid.

Dankzij Motte Claus van de bar Hotsy Totsy en de sfeervolle herinrichting door het collectief Art Décolleté wordt het café een nieuw vrijzinnig knooppunt in het Gentse

De strijd is echter nog niet gestreden en verdere veranderingen blijken nodig. Dit om de doelstelling om een ontmoetingsplek te creëren voor vrijzinnigen, beter te kunnen invullen. In september 2001 opent de vernieuwde bar ‘De Geus van Gent’. Dankzij Motte Claus van de bar Hotsy Totsy en de sfeervolle herinrichting door het collectief Art Décolleté wordt het café een nieuw vrijzinnig knooppunt in het Gentse. In diezelfde periode ontwikkelt het centrum een vast cultureel programma om nog wat meer ‘schwung’ te creëren. Ondertussen sluiten ook vrijzinnige verenigingen zoals het Willemsfonds, Vermeylenfonds, de Humanistische Jongeren, de Maakbare Mens, Humanistisch Verbond Oost-Vlaanderen, Uitstraling Permanente Vorming, Van Crombrugghe’s Genootschap en studentengenootschap ’t Zal Wel Gaan zich aan en in 2020 vindt het huisvandeMens hier voortaan zijn eigen stek. Het resultaat is een open huis waar iedereen, ook van buiten de vrijzinnigheid, welkom is om allerhande activiteiten te organiseren. Zoals de destijdse burgemeester Frank Beke het stelt: ‘Inmiddels is dit Geuzenhuis een vaste waarde geworden en valt het niet meer weg te denken uit het sociaal-culturele en het kunstleven in deze stad’.

Het Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven (CAVA) wenst het Geuzenhuis van harte proficiat met zijn dubbele verjaardag!

Elise Dewilde en Babette Magerman

Over de auteurs

Elise Dewilde is onderzoeksmedewerker bij CAVA. Babette Magerman is collectiebeheerder VUB.


Interesse in het volledige nummer van De Geus: 50 jaar Geuzenhuis? Hier lees je het nummer digitaal: Magazine De Geus – juli 2024.

Wil je de papieren versie van De Geus thuis ontvangen? klik hier voor meer informatie.

Over de auteurs:

Elise Dewilde

Babette Magerman

Een artikel uit: editie Juli 2024