Hoe de Stoïcijnse mindset leeft in het peloton
De Stoïcijnen hebben al lang geen witte toga’s of sandalen meer aan. Ze dragen een blitse helm en rijden in felgekleurde pakjes op een peperdure koersfiets. Waarmee ik gewoon wil zeggen: profwielrennen, en bij uitbreiding topsport, heeft veel in zich van het Stoïcijnse gedachtengoed.
KOERS IS ALS HET LEVEN
Toegegeven, ik ben een beetje zot van de koers. Zot genoeg om soms meer dan een uur langs de kant van de weg te wachten om dan een groepje renners te zien voorbij flitsen, gevolgd door een peloton. Zoef, zoef, een spektakel van kleur en snelheid, een honderdtal fietsen die aan 50 km/uur voorbijflitsen. Een paar seconden en dan is het gedaan. ‘Hebt gij iemand herkend?’, vraag ik hoopvol aan mijn echtgenoot. ‘Ik dacht Yves Lampaert te zien, maar ben niet zeker!’ Hij knikt ontkennend.
Voor mij is de koers als het leven en dat maakt het zo mooi. Het wielerpeloton kan gezien worden als een microkosmos van de menselijke samenleving. Profwielrenners belichamen voor mij ook de kernprincipes van de Stoïcijnse filosofie: gedisciplineerd leven, omgaan met tegenslagen, je focussen op het proces, veerkracht tonen. Het hoort er allemaal bij. De Stoïcijnse wijsheid is zo sterk van toepassing op het wielrennen.
Want je moet niet alleen goeie benen hebben en rap op de trappers kunnen stampen. ‘Je moet het ook in je hoofd allemaal goed op een rijtje hebben en mentaal scherp staan’, zegt José De Cauwer en hij kan het weten, de numero uno van de koerscommentatoren. Je moet innerlijk heel sterk zijn in een sport die vaak onverwachte wendingen neemt. Net zoals het leven zelf dus.
Profwielrenners belichamen voor mij ook de kernprincipes van de Stoïcijnse filosofie: gedisciplineerd leven, omgaan met tegenslagen, je focussen op het proces, veerkracht tonen.
NIE PLEUJEN
Discipline is essentieel. Dat horen ze bij de Stoïcijnen graag. Het betekent opstaan voor een vroege training, zelfs als je moe bent. Trouw blijven aan je trainingsschema, ook als het regent of koud is. Letten op je voeding en niet drinken, zelfs al lonken de koeken en glaasjes alcohol. Je behoort dus een ijzeren discipline en gezonde gewoontes te cultiveren. Zo bouw je niet alleen fysieke kracht op, maar ook mentale veerkracht. De Stoïcijnse waarde van ‘doorzettingsvermogen ondanks ongemak’, of zoals ze in Gent zeggen nie pleujen, moet je meer dan omarmen. Zonder deze attitude bereik je nooit een topniveau in de wielersport.
Koersen is afzien, de pijn doorbijten, steendood kapot zitten. Een renner in een zware bergetappe zit aan de grenzen van lichamelijke pijn en mentale uitputting. Hij kan ervoor kiezen om zich te laten overweldigen door deze pijn, of hij kan, zoals een Stoïcijn, de pijn accepteren als een expliciet onderdeel van de koers. Steeds weer gaan renners opnieuw en opnieuw blijven pushen, zelfs als hun lichaam schreeuwt om te stoppen. Of hoe op dat moment mentale kracht het wint van je fysieke kracht. ‘Winnen op karakter’, zegt José.
De grilligheid van het leven is ook iets wat ook door wielrenners wordt ervaren. Wanneer Wout van Aert op weg naar de groene trui in de Vuelta valt, is dit hartverscheurend. Maar revalideren doet hij en terugkomen zal hij. Vaak sterker dan daarvoor. Dit soort mentale kracht vormt de kern van zowel de klassieke Stoïcijnse leer als van de moderne wielrenner: Stoïcijnen leren dat tegenslagen logisch zijn en dat ware kracht ligt in hoe je erop reageert. Elke nederlaag is een kans om te groeien, om te leren en om sterker terug te keren. Mislukkingen zien ze als leermomenten.
Elke nederlaag is een kans om te groeien, om te leren en om sterker terug te keren.
‘Alles verandert’, zeggen de Stoïcijnen. De ene dag is ook de andere niet, dat leert de koers. Een renner heeft vandaag ‘slechte benen’ en voelt zich minder goed. Morgen is hij dan weer in opperste conditie en kiplekker. Dit illustreert de onvoorspelbare aard van het menselijk lichaam. Wat vandaag zwaar of moeilijk lijkt, kan morgen anders zijn. Niets is blijvends, niet de tegenslagen, maar ook niet de momenten van succes. ‘De weg naar de top is zwaar, maar boven wacht … nog een col.’
Er zijn een aantal wetmatigheden in de koers: je komt gegarandeerd ten val en je zal meer verliezen dan winnen. En verliezen zul je. Omgaan met falen, tegenslag, het hoort erbij, het maakt deel uit van het leven. Dat wisten de Stoïcijen zeer goed en dat beseffen ook de wielrenners. De ene week sta je op het podium, de week erop lig je op de weg met een gebroken sleutelbeen, of erger, uit de wedstrijd (en dan mag je nog van geluk spreken) en zal je een maandenlange revalidatie ondergaan. Iedere wielrenner krijgt te maken met tegenslag: een valpartij, een lekke band, een blessure of een verloren wedstrijd. Een Stoïcijn zou zeggen dat je hierop voorbereid moet zijn en dat de ware kracht ligt in hoe je dan reageert. Je kunt de situatie niet veranderen, maar wel hoe je ermee omgaat. Tegenslag wordt een kans om karakter te tonen. De grootste renners worden niet alleen gedefinieerd door hun overwinningen, maar ook door hoe ze omgaan met verlies.
LAAT HET RESULTAAT LOS
Stoïcisme moedigt aan om actief verbeteringen na te streven in zaken die we wel kunnen beïnvloeden. In de wielersport betekent dit doelen stellen en gericht werken aan optimalisatie. Hoewel veel zaken buiten hun macht liggen, zijn er ook dingen die renners wél kunnen veranderen. En daar hebben ze oog voor, zelfs voor de zogenaamde minimal marges. Die kleine aanpassingen in je voeding, training of rijstijl die het verschil kunnen maken. Misschien is de techniek op een klim niet optimaal, is je zithouding niet goed, je trainingsschema niet geschikt en beïnvloedt het je prestaties.
Hoewel het verleidelijk is om alleen op winst te focussen, weten echte kampioenen dat het draait om het leveren van je beste prestatie. Je hoeft niet de beste van de klas te zijn om tevreden te zijn met wat je hebt bereikt. Wat telt, is dat je alles hebt gegeven en je best hebt gedaan. Het resultaat ligt buiten jouw controle. ‘Laat het resultaat los, maar niet de inspanning,’ zegt de Nederlandse Olympisch schaatskampioen Mark Tuitert, die zijn succes deels toeschrijft aan het Stoïcisme. Je kunt het eindresultaat niet sturen, maar wel bepalen hoeveel inzet je levert. Doe wat je kunt, accepteer de uitkomst en onthoud: geluk zit niet in de uitkomst, maar in het proces. Opnieuw, een levensles.
Je kunt het eindresultaat niet sturen, maar wel bepalen hoeveel inzet je levert.
En er is nog meer. In het peloton is de verleiding groot om mee te gaan met het tempo van de vluchters. Toch is het belangrijk om je eigen grenzen en krachten te respecteren. Een Stoïcijn zou zeggen: ‘Blijf bij je eigen koers.’ Door vast te houden aan je plan en je niet te laten meeslepen, voorkom je uitputting en blijf je gericht op je doelen. Remco Evenepoel begrijpt dit als geen ander. Hij kent precies zijn mogelijkheden, rijdt op zijn eigen wattages en laat zich niet afleiden door wat anderen doen. Zijn focus op zijn eigen ritme en strategie is een mooi voorbeeld van een Stoïcijnse aanpak: hou je aandacht bij het proces, niet bij de afleiding om je heen.
HET GROTERE GEHEEL
Wist je dat wielrennen zowel een individuele als een teamsport is? Stoïcijnen benadrukken dat samenwerking essentieel is voor het grotere geheel. ‘Wat goed is voor de zwerm, is goed voor de bij’, zeggen ze. In een team betekent dit dat je je eigen ego opzijzet en doet wat nodig is voor het succes van de groep. Dit geldt zowel voor sprinters die door hun lead-out train naar de perfecte positie worden gebracht, als voor klassementsrenners die gesteund worden door hun ploeggenoten in de bergen. Soms offer je je eigen kansen op voor een kopman, terwijl je op een ander moment mag rekenen op de steun van je teamgenoten. Je kan alleen maar bewondering hebben voor Mathieu van der Poel, die wereldkampioen was en toch de sprint aantrekt voor Jasper Philipsen. Dit vraagt om wederzijds respect, communicatie en het besef dat het geheel groter is dan het individu. Je kan een ronde van Frankrijk niet winnen zonder de steun van teamgenoten. Als de kopman wint, heeft het team gewonnen.
Wat goed is voor de zwerm, is goed voor de bij
Zelfkennis, dat is goud waard. Volgens de Stoïcijnen draait het leven om inzicht in wat binnen je macht ligt en wat niet. Weten wat je sterke en zwakke punten zijn is dus cruciaal. Renners verschillen enorm in wat ze goed kunnen en de kunst is om je strategie daarop af te stemmen. Renners die alles aankunnen, zoals Tadej Pogačar of onze Lotte Kopecky kom je maar zelden tegen. Een sprinter zoals Mark Cavendish wist dat hij moest wachten tot de laatste meters om zijn explosieve kracht in te zetten. Maar bergen? Daar heeft hij het zwaar en rekent hij op zijn ploeg om hem binnen de tijdslimiet over de top te slepen. Klimmers zoals Primož Roglič, met hun lichte bouw, zijn daarentegen helemaal in hun element op steile, lange beklimmingen. Zij schitteren in de grote rondes, waar het klassement vaak in de bergen wordt beslist. En dan heb je de tijdritkanonnen, zoals Filippo Ganna. Deze renners combineren brute kracht, techniek en een aerodynamische houding om de klok te verslaan.
Dus, de volgende keer dat je naar de Tour de France of de Giro kijkt, onthoud: je kijkt niet alleen naar een stel mannen of vrouwen die zwoegen op een fiets. Nee, je kijkt naar een live les in Stoïcijnse filosofie. En als je goed oplet, zie je dat zelfs een lekke band een kans is voor innerlijke groei – of op z’n minst … voor een snellere wissel.
Kathleen Snoeck
Wil je de papieren versie van De Geus thuis ontvangen? klik hier voor meer informatie.
Kathleen Snoeck
Misschien bent u ook geïnteresseerd in…

Het Stoïcisme, een houvast in woelige tijden
April 2025 | 5 minutenKathleen Snoeck is klinisch psycholoog van opleiding en heeft haar hele leven een diepe interesse in het menselijk gedrag en de dynamiek binnen organisaties. 2024 was voor haar een bijzonder uitdagend jaar, waarin ze geconfronteerd werd met onverwachte gezondheidsuitdagingen. In deze periode vond ze steun in het Stoïcijnse denken, wat een waardevolle houvast bleek te zijn. Stoïcijnen proberen een staat van innerlijke kalmte en stabiliteit te bereiken, in plaats van blindelings toe te geven aan bepaalde emoties en erdoor overspoeld te worden. Kathleen Snoeck neemt je in deze nieuwe reeks mee naar de basis van het Stoïcisme én pluist uit wat de relevantie ervan is voor vandaag de dag.

Stoïcijns omgaan met emoties
Online | 10 minutenKathleen Snoeck vraagt zich soms af: 'Zou het leven niet een stuk eenvoudiger zijn zonder gevoelens? Geen angst die je verlamt, geen woede die alles overheerst, geen verdriet dat ons verscheurt. Alleen een eeuwige kalmte, alsof de vijver van onze ziel nooit meer verstoord wordt door rimpelingen.' Maar een leven zonder gevoelens zou ons vrijmaken van pijn, maar het zou ook vreugde, compassie en liefde ontnemen. Stoïcijnen pleiten daarom niet voor het volledig uitschakelen van gevoelens. Emoties op zich zijn niet het probleem, wel hoe we er ons laten door beheersen.